School moet rekening houden met btw
Onderwijsinstellingen kunnen voor bepaalde diensten btw-plichtig zijn, schrijft mr. H. M. Klooster . Scholen doen er goed aan hiermee rekening te houden.
Regelmatig gebeurt het dat scholen voor voortgezet onderwijs en andere onderwijsinstellingen (naheffings)aanslagen omzetbelasting opgelegd krijgen. Vaak zijn daar aanzienlijke bedragen mee gemoeid, waar nog boetes en en heffingsrente bovenop komen. Een van de belangrijkste onderdelen waarop de Belastingdienst corrigeert, is het uitlenen van docenten.Lange tijd werd aangenomen dat scholen niet met omzetbelasting te maken hadden. Het geven van onderwijs is immers vrijgesteld van omzetbelasting (onderwijsvrijstelling). Voor diensten die niet direct als het geven van onderwijs zijn aan te merken, werd daarom gemakshalve ook geen omzetbelasting afgedragen. Als voorbeelden van dergelijke diensten kunnen, behalve het al genoemde uitlenen van docenten, worden genoemd: medewerkers ter beschikking stellen aan samenwerkingsverbanden van scholen, sportzalen ter beschikking stellen, docenten de tweede correcties voor het Cito laten verzorgen en stagiairs begeleiden.
Aanslagen
De Belastingdienst heeft in het kader van een landelijke actie de afgelopen tijd tal van scholen gecontroleerd op de btw-aspecten van hun activiteiten. Daarop volgden vaak aanzienlijke aanslagen omzetbelasting. Na bezwaar te hebben gemaakt, ging een aantal scholen naar de rechter. Met betrekking tot het uitlenen van docenten oordeelde de rechter in de meeste gevallen in het nadeel van de school: wél btw-plicht. Het nadeel voor de scholen is dat de uitlenende school met een flinke btw-druk blijft zitten.
Als wel met btw wordt gefactureerd, kan de inlenende school vanwege de voor hem geldende onderwijsvrijstelling de btw niet als voorbelasting terugvragen van de Belastingdienst. Scholen die op die manier een btw-nadeel lijden, kunnen bij het ministerie van Onderwijs aankloppen voor een vergoeding. De middelen om die vergoeding te kunnen betalen komen uiteindelijk weer bij de Belastingdienst vandaan… Geen wonder dat in onderwijsland de vraag wordt gesteld naar de zin van deze actie van de Belastingdienst. Het beantwoorden van deze vraag ligt echter op het terrein van de politiek; de Belastingdienst en de belastingrechter gaan hier niet over.
Hoge Raad
Een van de scholen die naar de Hoge Raad zijn gegaan is het Horizon College (Noord-Holland). De Hoge Raad heeft advies gevraagd aan het Europees Hof van Justitie. Dat heeft op 14 juni beslist dat het detacheren van docenten niet gelijk kan worden gesteld met het geven van onderwijs. Wel acht het Hof het mogelijk dat -onder voorwaarden- detachering van docenten nauw met het onderwijs kan samenhangen, en om die reden toch onder de onderwijsvrijstelling kan vallen. De Hoge Raad mag nu de door het Europees Hof geformuleerde criteria toepassen op de concrete casus.
Wat de andere correctiepunten betreft, blijkt dat hier binnen de Belastingdienst verschillend mee wordt omgegaan. Mijn ervaring is dat in elk geval de Belastingdienst Noord uit praktisch oogpunt de meeste correctiepunten onder de fondswervingsvrijstelling wil brengen, waardoor (na)heffing van omzetbelasting uiteindelijk toch van de baan is.
Hoe de uitspraak van de Hoge Raad ook uitvalt, duidelijk is dat scholen er goed aan doen hun diensten, contracten, procedures en vormen van samenwerking zorgvuldig te laten doorlichten door een deskundige op het gebied van de omzetbelasting.
De auteur is als belastingadviseur werkzaam bij Accon avm.