Israël houdt rekening met aanval Hezbollah
De Israëlische defensietop blijft rekening houden met een confrontatie met de Libanese Hezbollah. De strijdkrachten van de radicale sjiitische beweging zouden in het bezit zijn van duizenden Katjoesja-raketten die kunnen worden afgevuurd op steden in Noord-Israël.
Dat de terugtrekking van het Israëlische leger in mei 2000 uit het zuiden van Libanon zou leiden tot permanente rust in het grensgebied, bleek al snel ijdele hoop. Voor de sjiitische Hezbollah was de terugtrekking, en daarmee Israëls uitvoering van resolutie 425 van de VN-Veiligheidsraad, onvoldoende. De ”Partij van Allah” wilde ook een Israëlische aftocht uit het 25 vierkante kilometer grote gebied van Shebaa Farms. De Libanese regering zegt dat dit stuk land ten westen van het Hermongebergte tot Libanon behoort, maar de Fransen plaatsten het in de jaren 1920 tot 1945 op de landkaart van Syrië. De VN bevestigden dat Israël zich naar de internationale Israëlisch-Libanese grens had teruggetrokken.
Een ernstig incident deed zich voor op 7 oktober 2000. Drie Israëlische soldaten werden toen ontvoerd door Hezbollah. Sindsdien ontbreekt elk spoor van de militairen. Verder deden zich geregeld beschietingen voor in het grensgebied. Begin deze maand nog werd een Israëlische soldaat door Hezbollah-vuur gedood. Deze week schoten Hezbollah-strijders op Israëlische gevechtsvliegtuigen die boven Zuid-Libanon vlogen.
De ergste uitbarsting van geweld na de Israëlische terugtrekking deed zich voor in maart en april van dit jaar. Het Israëlische leger startte op 29 maart, na een lange reeks zelfmoordaanslagen, met Operatie Verdedigingsmuur. Het leger trok daarbij de Palestijnse steden op de Westelijke Jordaanoever in, met het doel de terreurnetwerken uit te schakelen. De sjiitische militie zag zich geroepen als enige Arabische groep de Palestijnen te hulp te schieten door een flink aantal projectielen in de richting van Shebaa Farms te vuren. De filosofie was dat Israël niet in staat zou zijn op twee fronten tegelijk te vechten.
Hezbollah-strijders schoten daarbij elf luchtdoelraketten, 152 antitankraketten, 28 Katjoesja-raketten, 1246 mortieren en kleinere projectielen in de richting van Shebaa Farms. Israël zond daarop tanks en reservisten naar de grens met Libanon, maar de militaire respons bleef beperkt. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, bezocht Damascus en maande het Syrische leiderschap Hezbollah te beteugelen. De militie bond in na waarschuwingen van Syrië en Iran.
Inlichtingendiensten in Amerika, Europa en Israël geloven dat al-Qaida-terroristen met de hulp van Iran in Libanon een veilige haven hebben gevonden. Het Israëlische dagblad Ha’aretz noemde het getal van 150 tot 200 leden. In Libanon zouden ze samenwerken met Hezbollah. Bob Graham van het inlichtingencomité van de Amerikaanse Senaat bestempelde Hezbollah als een „eliteteam van terroristen.”
Hezbollah, die natuurlijk niet op ingrijpen van het machtige Amerikaanse leger zit te wachten, ontkende elke band. „Er is geen relatie met al-Qaida, nu niet en vroeger niet, en dat niet alleen om religieuze en ideologische, maar ook om politieke redenen”, zei sjeik Nasrallah op de Arabische televisiezender MBC. Al-Qaida-strijders zijn soennieten, die de sjiieten als afvalligen beschouwen. De Libanese regering heeft de Amerikanen verteld dat Hezbollah slechts een plaatselijke politieke partij is die alleen maar Shebaa Farms wil bevrijden. Een Libanese bron zei dat er zich slechts vijftien tot twintig al-Qaida-leden in het vluchtelingenkamp Ein al-Hilweh bij Sidon bevinden.
Hezbollah-leiders zijn zich er van bewust dat ze de belangen van hun beschermers in Teheran en Damascus niet in gevaar moeten brengen en dat ze rekening moeten houden met de bevolking van Libanon. Syrië zal bijvoorbeeld niet toestaan dat Hezbollah door militair avonturisme de ongeveer 25.000 man tellende Syrische troepen in Libanon in gevaar brengt.
Maar Hezbollah lijkt niet van plan van verdere strijd af te zien. De Israëlische militair commentator Ze’ev Schiff waarschuwde dat Israël rekening moet houden met een raketaanval op het moment dat de Amerikanen Irak aanvallen. Een andere aanleiding tot een Hezbollah-offensief kunnen Israëlische stappen zijn om de wateromleiding bij de Wazzani-bronnen door Libanon ongedaan te maken.
De Wazzani-bronnen voeden de rivier de Hatzbani, die naar Israël stroomt. De Hatzbani komt uit in het Meer van Galilea, het grootste zoetwaterreservoir in Israël. Libanon is in maart 2001 al begonnen met het aftappen van de bronnen. Nu is het land bezig met de aanleg van een nieuwe pijpleiding, die de omvang van de omleiding zal vergroten. In Israël wordt de bevolking gemaand met elke druppel zuinig om te gaan.
Jeruzalem vindt dat de omleiding na wederzijds overleg mag geschieden. Amerikaanse inspecteurs stellen een onderzoek in. De Amerikaanse bemiddeling moet tot een compromis leiden. Als het overleg echter op een mislukking uitloopt en Israël unilaterale maatregelen neemt om de omleiding ongedaan te maken, moet het rekening houden met represailles van Hezbollah.