Mediaopvoeding blijft geen overbodige luxe
ROTTERDAM - Ouders zijn strenger geworden in het toezicht op het internetgebruik door hun kinderen. Dat beeld schetst het Rotterdamse onderzoeksinstituut IVO in een gisteren gepubliceerd onderzoek naar het internetgebruik van jongeren. Maar wil dat dan ook zeggen dat het nu goed gaat met de mediaopvoeding?
Ouders stellen scherpere grenzen aan de tijd die hun kinderen mogen surfen en gamen. Ook letten ze meer dan voorheen op de inhoud van de spellen en filmpjes. Mede als gevolg daarvan neemt het internetgebruik onder jongeren tussen 11 en 16 af.Hoewel een van de onderzoekers spreekt van een -door iedereen beslist positief te waarderen- trendbreuk, brengt deze ene zwaluw nog geen zomer. Want hoe komt het dat de kwaliteit van het gesprek tussen ouders en kinderen over internet het afgelopen jaar is verslechterd, zoals de onderzoekers zelf moesten vaststellen?
Jongeren zitten dit jaar gemiddeld een uur per week minder achter de computer dan vorig jaar. Maar tegelijkertijd blijken meer jongeren muziek, films en foto’s te downloaden, profielsites te gebruiken en te msn’en. Overduidelijk een trend.
Met name omdat meer jongeren msn’en én tegelijkertijd de kwaliteit van het gesprek tussen ouders en kinderen achteruit is gegaan, is het goed om hier de vinger aan de pols te houden. Juist deze week kwam in het nieuws dat het 14-jarige meisje Brenda Arnoldus uit Zutphen al twee weken wordt vermist, nadat zij met een vriend in Arnhem was gaan winkelen. Volgens de familie is zij vermoedelijk naar een jongen gegaan die ze heeft leren kennen via msn.
Chanteren
Daarnaast hield de politie begin deze week een 44-jarige internetpedofiel uit de gemeente Utrechtse Heuvelrug aan, die twee meisjes jarenlang wist te chanteren. Via msn had hij een vertrouwensband opgebouwd met de twee -en mogelijk met nog meer meisjes-, waarbij hij zich had voorgedaan als een 16-jarige jongen. Nadat een van de meisjes gehoor had gegeven aan zijn oproep om wat kleren uit te doen voor de webcam, kon de man zijn chantagepraktijken beginnen. Hij wist de meisjes zelfs thuis te bezoeken en dwong hen tot seksuele handelingen.
En om nog maar niet meer te noemen: een jongen die zondag op msn ruzie kreeg met een andere knul, ging bij hem thuis verhaal halen. De ouders bemoeiden zich uiteindelijk ook met de woordenwisseling. Na een grote vechtpartij verrichte de politie vier aanhoudingen.
Wat willen deze voorbeelden zeggen? Dat ondanks de zoete klanken in het IVO-rapport er nog te veel dissonanten zijn. De onderzoekers stellen verheugd vast dat alle media-aandacht voor de risico’s van internet een gunstig effect heeft gehad. Maar worden de drama’s rond msn niet nog te veel als losstaande incidenten beschouwd? En hoe komt het dat ondanks campagnes en voorlichtingslessen het onlinepesten niet is afgenomen?
Games
De onderzoeksgegevens over computergames dragen ook niet bepaald bij aan het beeld dat met een afname van het computergebruik én strengere ouders de zon volop is gaan schijnen. Zo blijken jeugdige liefhebbers van games meer sociale angst en gevoelens van eenzaamheid te kennen dan niet-gamers. Ook zijn er duidelijke aanwijzingen dat jongeren soms vluchten in games en meer tijd gaan besteden aan onlinegamen. Wat doen professionals in de jeugdzorg met deze gegevens?
Een trendbreuk ten opzichte van vorige jaren is bepaald ook niet de leeftijd waarop jongeren achter de pc zitten. Uit de studie blijkt dat het internetgebruik het afgelopen jaar het sterkst is gestegen op de basisscholen in de groepen 7 en 8. Kinderen gaan op steeds jongere leeftijd internet intensief gebruiken. Welke gevolgen heeft dat voor hun persoonlijke ontwikkeling?
Dan nog het gesprek tussen ouders en kind. Volgens de onderzoekers blijkt overduidelijk dat ouders via hun opvoedingsstijl en de relatie die ze met hun kind onderhouden internetverslaving kunnen helpen voorkomen. Tegelijkertijd geven jongeren in het onderzoek aan dat ze zich niet serieus genomen voelen.
Daarom blijft goede ondersteuning geboden bij de mediaopvoeding die ouders hun kinderen geven. Tussen de regels door pleiten de onderzoekers daarom voor meer specifieke voorlichting aan ouders. Het gaat niet alleen om de tijd achter de computer, als wel om de mentaliteit. Wie levert bouwstenen om het gesprek tussen jongeren en ouderen te verbeteren?