In hun bijdrage stelden de curatoren dat het vanwege de zelfstandigheid en vrijheid van de universiteit beter is geen subsidie aan te vragen. Daarbij komt dat bij een (gedeeltelijke) financiering door de overheid een onbelemmerde voortgang van de opleiding tot predikant afhankelijk wordt gemaakt van het budget dat de overheid op een bepaald moment beschikbaar stelt.

Wel aanvaardbaar is volgens de curatoren een situatie waarin de ThUK voor de financiering van andere activiteiten een beroep doet op de overheid. „De universiteit heeft immers positieve betekenis voor de samenleving, ook buiten de kerkmuren. Er worden predikanten opgeleid die in die samenleving werkzaam zijn en er heeft bezinning plaats op waarden en normen. Als er plaats is voor deze effecten op de samenleving, mag de overheid ook worden aangesproken op deze algemene belangen.”

De synode behandelde een tegenvoorstel van ouderling G. Zwarteveen, ds. A. van Houdt en ds. Jac. Ophoff om wel subsidie aan te vragen, op basis van de rechten die de universiteit wettelijk heeft. De drie wezen erop dat de overheid aan niet-gesubsidieerde universiteiten dezelfde eisen stelt als aan gesubsidieerde.

Ds. J. H. Smit (Brunssum) verwees naar de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken, die wel subsidie heeft aangevraagd. „U hebt goede contacten met Apeldoorn. Kan Apeldoorn de vrees voor de overheid bevestigen?”

Synodepreses dr. E. A. de Boer zei na afloop van de discussie dat er nu zo’n veld van vragen op tafel ligt dat moet worden nagedacht over een vervolgopdracht om de kwestie van (al dan niet gedeeltelijke) subsidie te onderzoeken.