„Vind jezelf wat waard”
Op de foto staan bekende politici: Kok, Van Aartsen, Hermans, Pronk. Eronder de vraag: Deze natuurlijk niet, maar welke 200.000 mannen slaan of verkrachten hun vrouwen wel? De ex-man van Ellen sloeg en verkrachtte niet, maar greep zijn vrouw wel acht jaar lang geregeld bij de keel.
Terwijl de demonstratie ”Blauwe ogen” op het Haagse Plein aarzelend op gang komt, vertelt Ellen –in werkelijkheid heet ze anders– hoe huiselijk geweld haar persoonlijk trof. „Ik trouwde zo groen als gras; twintig was ik. Mijn man was al net zo jong. Vanaf het begin van ons huwelijk raakte hij geregeld over de rooie. Spanning. Niet van z’n werk of zo, hij lag met zichzelf overhoop; was als kind veel aandacht tekortgekomen.
We waren op vakantie toen hij me voor het eerst bij de keel greep. Om iets onnozels; hij wilde nog ergens iets gaan drinken, ik wilde naar huis. Ik kreeg het benauwd, stond doodsangsten uit. Dat gaf hem een soort kick; hij had mij even op m’n plaats gezet. Achteraf ontdekte ik dat het allemaal onzekerheid van hem was.”
Opgesloten
„We kregen in korte tijd drie kinderen. Voor de buitenwereld leek ons huwelijk normaal, maar het geweld ging door. Gemiddeld één keer per drie maanden werd de spanning hem te veel en moest hij zich ontladen. Meestal zag ik het aankomen. Eén keer heeft hij me met een mes bedreigd; ik heb me toen opgesloten in de slaapkamer.
De eerste keer heb ik hem met een tas om z’n oren geslagen; later durfde ik me haast niet meer te verdedigen. Ik ging me zelfs afvragen: Heb je dit niet verdiend? Soms zei mijn ex-man achteraf dat het hem speet, maar meestal deed hij gewoon alsof er niets was gebeurd. Ik praatte er met niemand over. Dat durfde ik niet. Ik wilde de schijn van een goed huwelijk hoog houden; niet de vuile was buiten hangen.
Toch wisten sommige familieleden er wel van. Mijn schoonouders bijvoorbeeld. Toen we gingen scheiden, zeiden ze: „We hebben je van tevoren gewaarschuwd.” Ik kan me daar niets van herinneren. Een schoonzusje is wel eens getuige geweest van het geweld, maar die was tien jaar jonger, te jong om er iets aan te doen.”
„Uiteindelijk heb ik het toch tegen een vriendin gezegd. Dat was het begin. Daarna ben ik naar de riagg gegaan. De hulpverlener die ik daar kreeg, zei: „U bent een interessant geval.” Hij had voor mij direct afgedaan. Een interessant geval? Een leuk studieobject? Daar wilde ik me niet voor lenen.”
Medelijden
„Ik ben verhuisd en weer gaan studeren. Soms dacht ik eraan naar een blijf-van-mijn-lijfhuis” te gaan, maar het is er nooit van gekomen. Uiteindelijk zijn we gescheiden. Hoewel ik al apart woonde, heeft het me vier jaar gekost om me echt los te maken. Ik heb me in die periode verschillende keren over hem ontfermd, omdat hij geen woonruimte had en dreigde zelfmoord te plegen. Ik had nog steeds medelijden met ’m. Achteraf zeg ik: Ik ben ook uit medelijden getrouwd, maar toen verwarde ik dat met liefde.”
„Ik denk niet met haatgevoelens aan hem terug. Het is geen slechte man, geen rotzak; eerder een zielige man. Maar het begrip houdt natuurlijk een keer op als er zulke dingen in je huwelijk gebeuren. Gelukkig hebben de kinderen er nooit iets van gemerkt, daar waren ze nog te klein voor. En hij heeft de kinderen ook nooit bedreigd of mishandeld.
Inmiddels heeft mijn ex-man weer een vriendin. Ik denk niet dat hij haar ook bedreigt, hij heeft z’n lesje wel geleerd. Aan de andere kant heeft hij niet de behandeling gekregen die hij nodig had. Hij heeft een heel negatief zelfbeeld. Als kind werd hij nooit vertrouwd door z’n ouders.”
Eigen grenzen
„Ik ben serieus katholiek opgevoed. Thuis werd ons bijgebracht dat vrouwen zichzelf moeten wegcijferen: voor hun man, hun kinderen. Dat vrouwen een sterk verantwoordelijkheidsgevoel behoren te hebben. Als je je zo gedroeg als vrouw, dan was je een soort heilige; dan kreeg je een aureooltje om je hoofd. Ik heb van mijn ervaringen geleerd dat je ook als vrouw duidelijk je eigen grenzen moet stellen, voor jezelf mag opkomen.
Toen ik dat ging beseffen, kon ik over mijn angst heenstappen: het begin van de oplossing. Dat kost ongelooflijk veel moeite. Je moet jezelf wat waard vinden. Dan pas ben je in staat het geweld te doorbreken. Voor sommige vrouwen komt dat moment helaas nooit; hun huwelijk eindigt in moord.”