„PKN moet achter Israël blijven staan”
TERSCHUUR - De Protestantse Kerk in Nederland moet niet morrelen aan de in de kerkorde uitgesproken „onopgeefbare verbondenheid” met Israël. Dat stelt het Evangelisch Werkverband (EW) in een vrijdag gepubliceerde verklaring over dit onderwerp.
De generale synode van de Protestantse Kerk zal in november discussiëren over de verhouding tot Israël en de Palestijnen.Volgens het EW moet de synode van de PKN in de novembervergadering de onopgeefbare verbondenheid met Israël „ bevestigen” en „bestendigen.” Ze zou die verbondenheid gestalte moeten geven in „een diaconale handreiking” aan het volk van Israël. Verder moet de kerk, volgens het Evangelisch Werkverband, de initiatieven steunen „waarin Joden en Arabieren elkaar zegenen en werken aan vrede en verzoening.” Ten slotte moet de PKN luisteren naar wat Joden in Israël „die Jezus als Messias belijden, ons in dezen te zeggen hebben.”
Vervolgens wordt in de verklaring, die onder anderen ondertekend is door ds. G. H. Abma, drs. J. Keegstra, ds. C. Lavooij en ds. E. J. Westerman en overgenomen door het bestuur van de stichting Evangelisch Werkverband binnen de Protestantse Kerk, in dertien punten uitgelegd waarom het EW deze oproep doet.
Volgens de verklaring heeft God Zich in Israël een volk verkoren, in het midden waarvan God Zich heeft geopenbaard en waarin de Bijbel is geschreven. „Het heeft God van meet af aan behaagd door de geschiedenis van Israël heen te werken aan de verlossing van de gehele schepping.”
Hoogtepunt en bekroning van deze heilsgeschiedenis is de openbaring van Christus Jezus, aldus de verklaring. „Dat Zijn verlossingswerk uiteindelijk heel de wereld omvat, betekent niet dat het herstel van Israël vergeestelijkt moet worden. Dat Hij een licht voor de natiën is, miskent niet Zijn positie als Koning der Joden. Als Koning der Joden brengt Hij het heil aan de gehele wereld.”
De terugkeer van Israël naar het Bijbelse Judea en Samaria „en het opnieuw bewonen van Hebron, Bethel, Silo en de oude stad van Jeruzalem”, mag volgens de verklaring niet bestempeld worden als bezettingspolitiek. Dat is „volkenrechtelijk en historisch onjuist, maar vooral ook Bijbels gezien een misvatting.” Israël is volgens het EW deze gebieden nooit in een veroveringsoorlog binnengevallen. „Het was een daad van zelfverdediging toen de omringende landen een vernietigingsoorlog begonnen.” Daarbij stelt de verklaring dat toen Egypte de Gazastrook bezette en Jordanië de Westelijke Jordaanoever, er ook nooit gesproken werd over ”bezette gebieden”.
Het past de kerk volgens de verklaring om „terughoudend te zijn in haar kritiek op de staat Israël. Juist de kerk is in haar eeuwenlange geschiedenis verantwoordelijk geweest voor onnoemelijk veel verdrukking en bloedvergieten jegens het Joodse volk.”
De verbondenheid en vriendschap met Israël kunnen ruimte bieden aan kritiek. „Ook wij verlangen ernaar dat het volk en de leiders van Israël zich door het woord van God laten leiden en niet door de politieke wensen van de grootmachten. Ons gebed is dat Israël zal leven vanuit datgene wat het geheim van haar bestaan is, in het verleden, het heden en de toekomst: de verkiezing en de beloften van God, en dat zij zich er niet toe zal laten verleiden om zichzelf te zien als een natie die bestaat bij de gratie van de volkerenwereld.”
Wat de Palestijnen betreft roept de verklaring de PKN op „om in de lijn van de kerkorde, meer steun te verlenen aan diegenen die het bestaan van Israël erkennen en ondersteunen, zoals Arabische christenen die de beloften van God aan Israël geloven en het Joodse volk liefhebben.”