Vaker beroepsverbod voor haatzaaiende prediker
DEN HAAG (ANP) – De rechter moet meer mogelijkheden krijgen om radicale predikers als aanvullende straf een beroepsverbod op te leggen. Nu kan dat alleen als een prediker een opruiend geschrift verspreidt of discriminerende of haatzaaiende uitlatingen doet.
Het kabinet wil een beroepsverbod ook mogelijk maken bij opruiing, de belediging van een groep mensen wegens ras, godsdienst of seksuele geaardheid en het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld. Het kabinet stuurt binnenkort een wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State waarin deze uitbreiding wordt geregeld.Dat kondigde minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) donderdag aan in een brief aan de Tweede Kamer. Ze geeft daarin een overzicht van activiteiten om de invloed van het toenemend aantal niet–gewelddadige radicale moslims tegen te gaan. Het gaat om aanhangers van het salafisme, een ultraorthodoxe stroming die een antiwesterse en antidemocratische boodschap voorstaat.
Volgens de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) zijn er vijftien á twintig salafistische predikers die lezingen houden in moskeeën en jongerencentra. Vanwege de vrijheid van gosdienst en de scheiding van kerk en staat is het in Nederland niet mogelijk een preekverbod op te leggen. Wordt een prediker veroordeeld voor een strafbaar feit, dan kan de rechter hem als bijkomende straf wel verbieden zijn beroep uit te oefenen.
Ook voor burgemeesters en andere gemeentebestuurders is een rol weggelegd bij de aanpak van radicale predikers. Zij moeten op een confronterende manier het gesprek met hen aangaan en stevig weerwoord bieden, aldus Ter Horst. Waar mogelijk geeft de AIVD de burgemeesters daarvoor specifieke informatie.
Ter Horst ziet ook veel heil in ’deradicalisering’, die erop gericht is iemand uit de invloedssfeer van een radicale groep te halen. Dat kan via indringende gesprekken, begeleiding naar een andere woning of het vinden van ander werk.
Ook zijn er veel andere initiatieven om polarisatie en radicalisering tegen te gaan. Zo is 2008 uitgeroepen tot het jaar van de interculturele dialoog, waarbij in probleemwijken debatten worden gehouden tussen christenen, joden en moslims. Ook komen er discussieavonden met rolmodellen voor moslims, zoals voetballers en rappers, over onderwerpen als de positie van de vrouw, homoseksualiteit en democratie.