Kinderen die geboren worden na een embryo-adoptie moeten onder meer recht krijgen op het kennen van hun biologische ouders, zo stellen de ChristenUnie-Kamerleden Wiegman en Voordewind in schriftelijke vragen die ze woensdag voorlegden aan minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin en staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid.Deze week meldde het Nederlands Dagblad dat in Nederland embryo’s die overblijven na een reageerbuisbevruchting ter adoptie zijn afgestaan aan onvruchtbare echtparen. Voor zover bekend heeft het plaatsen van deze embryo’s niet tot de geboorte van een kind of kinderen geleid. Ten minste één Nederlandse vrouw heeft in Vlaanderen een embryo ontvangen van een Belgisch donorpaar. Zij is bevallen van een dochter.

Nederlandse centra voor ivf zijn terughoudend om embryo’s bij adoptieouders te plaatsen. Alleen het Zelfstandig Behandelcentrum Geertgen in het Brabantse De Mortel heeft het vier keer geprobeerd en het is vier keer mislukt. Medisch Centrum Kinderwens in Leiderdorp wil volgend jaar starten met embryo-adoptie.

Wettelijk zijn er geen belemmeringen voor embryo-adoptie. Echtparen die een reageerbuisbevruchting toepassen, mogen zelf bepalen wat ze met de embryo’s doen die na een ivf-behandeling overblijven. Ze kunnen aan de wetenschap worden aangeboden, worden vernietigd of dienen voor embryo-adoptie voor echtparen die zelf geen kinderen kunnen krijgen. Naar schatting worden er in ons land in diepvriezers van behandelcentra zo’n 200 embryo’s bewaard.

De ChristenUnie-Kamerleden Wiegman en Voordewind willen graag weten hoe de overheid principieel aankijkt tegen embryo-adoptie. De overheid moet de rechten van het kind dat wordt geboren goed vastleggen, zo stellen de Kamerleden. Naast het recht om de biologische ouder te leren kennen, pleit de CU ervoor om de normale adoptieprocedure uit het personen- en familierecht van toepassing te verklaren.