Een woordvoerder van de provincie Limburg zei woensdag dat het ministerie van Landbouw in juni 2005 in Limburg de een-op-eendrukjacht heeft toegestaan op everzwijnen in de zogenoemde nuloptiegebieden. Dat zijn landbouwgebieden die buiten het leefgebied van het Nationaal Park De Meinweg in Midden-Limburg gelegen zijn.In de ontheffingsvergunning van 5 juli 2005 van de provincie Limburg staat: „In aanvulling op de reguliere bestrijding is een beperkte vorm van drijfjacht toegestaan, namelijk de een-op-eenmethode, waarbij een persoon wilde zwijnen opzettelijk verontrust met het oogmerk bedoelde dieren binnen het schootsveld van een geweerdrager te drijven opdat deze de dieren kan doden en voorzover hierbij geen hond wordt ingezet.”

De reden waarom de ontheffing is verleend, is de grote toestroom van wilde zwijnen uit het naburige Duitsland. De zwijnen richten schade aan landbouwgewassen aan. Het gaat overigens om kleinere aantallen dan waarvan op de Veluwe sprake is.

Een woordvoerder van de milieubeweging Faunabescherming zei gisteren dat de drukjacht in Limburg niet helpt om de zwijnenpopulatie terug te brengen. Dat zou komen doordat de hobbyjagers ervoor zorgen dat er genoeg zwijnen voor de jacht overblijven.

Woensdag nog deed Faunabescherming aangifte tegen een jager uit Swalmen, die onlangs met opzet fokzwijnen zou hebben uitgezet bij Swalmen. Genetisch onderzoek door bureau Alterra wees uit dat er rond Swalmen plotseling een genetisch ander type zwijn voorkomt dan in omringende gebieden in de Meinweg en in Duitsland. Een woordvoerder van de provincie bevestigde de aangifte, die is verder geleid naar de Algemene Inspectie Dienst (AID). In het belang van het onderzoek kon hij hierover verder niets zeggen.

Jagers zetten volgens de Faunabescherming fokzwijnen in landbouwgebieden uit, om vervolgens het door henzelf veroorzaakte probleem te kunnen oplossen na klachten van boeren over landbouwschade. Ze mogen daarbij gebruikmaken van de drukjacht.