Aanhangers Bhutto vieren al feest in Karachi
KARACHI (AP) – In de havenstad Karachi in het zuiden van Pakistan heerste woensdagavond een feestelijke stemming, in afwachting van de terugkeer van oud-premier Benazir Bhutto na acht jaar vrijwillige ballingschap.Voordat Bhutto’s vliegtuig donderdag rond 10.00 uur Nederlandse tijd aankomt worden nog tienduizenden aanhangers uit andere delen van het land verwacht. Bhutto’s partij voorspelt dat er wel een miljoen mensen naar Karachi zullen komen. Anderen houden het op ruim honderdduizend mensen, maar dat is nog altijd veel meer dan enige andere Pakistaanse politicus op de been zou kunnen brengen. De scholieren hebben donderdag vrijaf gekregen en de politie heeft de toegangswegen naar de luchthaven afgezet. Er zijn 2.500 extra paramilitairen ingezet bij de luchthaven en 3.500 man politie, inclusief meerdere teams van de explosievenopruimingsdienst, en honderden leden van de Pakistaanse Volkspartij zullen Bhutto’s route bewaken.
Het provinciebestuur heeft er bij Bhutto op aangedrongen haar plan om in langzame processie door de stad te trekken en een rede te houden bij het graf van Pakistans vader des vaderlands Mohammed Ali Jinnah uit veiligheidsoverwegingen te laten varen. De inlichtingendienst zou hebben gewaarschuwd dat er drie zelfmoordterroristen in Karachi rondlopen die zouden zijn gestuurd door de militante leider Baitullah Mehsud. Maar Bhutto zei niet bang te zijn. ‘Mijn vader heeft zijn leven opgeofferd voor het volk en het land’, zei zij. Bhutto’s vader, de vroegere premier Zulfikar Ali Bhutto, werd in 1979 op last van het toenmalige militaire regime opgehangen.
‘Ik geloof niet dat een echte moslim mij zal aanvallen, want de islam verbiedt aanvallen op vrouwen en moslims weten dat zij zullen branden in de hel als zij een vrouw aanvallen’, zei Bhutto op een persconferentie in Dubai, waar zij donderdag op het vliegveld zal stappen. Ze zei dat haar terugkeer voor de Pakistaanse bevolking een ommekeer zal brengen. ‘Van dictatuur naar democratie, van uitbuiting naar participatie, van geweld naar vrede.’ Ze noemde de toestand in het land ‘zeer ernstig’, vanwege het opkomend extremisme en de hardnekkige armoede. ‘Mijn hart doet pijn als ik arme mensen zie die geen brood, kleding of onderdak hebben’, zei zij, staande tussen haar twee dochters en echtgenoot.
Dat er zoveel mensen de straat op gaan om Bhutto te begroeten betekent niet dat de bevolking veel vertrouwen heeft in een premier die tweemaal voortijdig het veld moest ruimen op verdenking van corruptie. ‘Laten we zien wat ze voor ons kan doen’, zei Mohammed Assig, en 27–/arige student uit Lyari, een arme wijk van Karachi waar Bhutto’s Pakistaanse Volkspartij veel aanhang heeft. ‘Ze is tweemaal premier geweest, maar ze heeft niets gedaan voor Lyari.’