D. zou tussen augustus 2006 en april 2007 op grote schaal in drugs hebben gehandeld. Er liep al een politieonderzoek toen op 20 april medeverdachte B. S. (27) in zijn knie werd geschoten. D. zou de dader zijn.Het onderzoek naar D. en de andere verdachten begon toen S. naar de politie stapte. Hij vertelde dat A. D. zijn flat als schuilplaats gebruikte en dat hij daar niet van was gediend. Het politieonderzoek was ongeveer een maand aan de gang toen het werd doorkruist door de schietpartij in april.

Tijdens de rechtszaken gisteren werd duidelijk dat de vier verdachten flinke partijen drugs verhandelden. In het huis van S. zouden A. Ö. (23) en D. elke week een half pond heroïne en een half pond cocaïne hebben gebracht, wat 3000 tot 4000 euro per dag zou hebben opgeleverd. Ö. zou de drugs hebben verhandeld.

Ö., die bij de politie steeds D. als opdrachtgever had aangewezen, nam tijdens de zitting een ander standpunt in en noemde gisteren S. de „big boss.” Tegen Ö. werd 21 maanden gevangenis, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, geëist. S. zou er wat de officier betreft met een werkstraf van 240 uur en 9 maanden voorwaardelijk afkomen.

De 22-jarige broer van D. distantieerde zich van de bende. Volgens hem had hij alleen met Ö. zaken gedaan. De officier van justitie eiste tegen hem twintig maanden cel en een boete van 5500 euro.

Uitspraak op 30 oktober.