Dat schreef minister Van Middelkoop (Defensie) dinsdag mede namens minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) in antwoord op vragen van SP-Kamerlid Van Velzen. Zij wilde weten waar Nederland de clusterbommen van het type CBU-87 destijds afwierp en of het daarna betrokken was bij de ruiming van onontplofte resten.Na de Kosovo-oorlog heeft Nederland volgens Van Middelkoop bijgedragen aan de ruiming van onontplofte resten, maar alleen in Kosovo. Nederland deed dat niet in Servië, daar hielpen voornamelijk Duitsland en de Verenigde Staten. Servië heeft Nederland niet gevraagd om daarbij te helpen. In Kosovo was Nederland de grootste donor bij de ruiming van onontplofte munitie, aldus Van Middelkoop.

Tussen 1999 en 2006 droeg Nederland ruim 3,5 miljoen euro bij aan de ruiming, via HALO Trust. Daarvan werden 4256 landmijnen en 32.917 kleine bommen en andere explosieven verwijderd. In 2006 stopte Nederland de bijdrage.

Servië kreeg vorige maand van de NAVO de coördinaten van de 1080 clusterbommen die de NAVO-vliegtuigen destijds afwierpen in de strijd om Kosovo tegen het bewind van de Servische president Milosevic. Naar schatting 5 procent daarvan is niet ontploft en kan nog gevaar opleveren voor de bevolking.

Van Velzen wilde weten waarom het acht jaar duurde voordat de NAVO de gegevens aan Belgrado overhandigde. Van Middelkoop zegt dat de Servische autoriteiten pas in februari dit jaar hierom hebben gevraagd, waarna de NAVO de informatie moest inventariseren. Hij weet niet waarom Servië hiermee zo lang wachtte.

Van Velzen was dinsdag verbaasd over dit antwoord. Ze begreep dat Belgrado wel eerder erom had gevraagd, maar dat de NAVO geen informatie had. De Tweede Kamer zou woensdag over clustermunitie spreken. Het kabinet vindt dat het gebruik ervan onder bepaalde bijzondere omstandigheden verantwoord en legitiem is. De SP wil een totaalverbod en vindt dat het kabinet de Tweede Kamer vooraf moet informeren als het toch deze munitie gaat inzetten.