Twijfels over moord op nazikamparts
JERUZALEM - Het Simon Wiesenthalcentrum, dat is gespecialiseerd in de opsporing van oorlogsmisdadigers uit het Duitse Derde Rijk (1933-1945), houdt het voor „uiterst onwaarschijnlijk” dat een gezochte kamparts van de SS, Aribert Heim, in 1982 is vermoord.
Het centrum stelde dit zondag in een reactie op claims eerder de afgelopen dagen dat de voortvluchtige Oostenrijkse arts Heim in 1982 werd vermoord door nakomelingen van zijn slachtoffers. De daders behoorden tot een geheime groep die wraak nam op nazioorlogsmisdadigers. De voormalige Israëlische officier Danny Baz schrijft dit in een morgen in Frankrijk te verschijnen boek.Baz heeft naar eigen zeggen als lid van de commandogroep deelgenomen aan de opsporing en ontvoering van Heim, in Canada. Vervolgens vermoordde hij hem samen met anderen op een eiland voor de kust van Californië.
Aribert Heim is berucht geworden als de dokter des doods of de beul van het concentratiekamp Mauthausen. Hij voerde daar gruwelijke experimenten uit met gevangenen.
Baz schrijft dat een overlevende van het kamp en van Heims wrede proefnemingen na de oorlog rijk werd en de groep wrekers financierde. Zij zwegen vervolgens over hun misdaad.
Afgelopen maand loofden de Oostenrijkse autoriteiten 50.000 euro uit voor informatie die kan leiden tot de aanhouding van Heim. Particulieren, veelal slachtoffers of nabestaanden van slachtoffers, hebben honderdduizenden euro’s op het hoofd van Heim gezet.
Het Simon Wiesenthalcentrum gaat ervan uit dat Baz’ verhaal niet klopt. Zo heeft Heim in 1986 nog een brief aan familie geschreven, volgens Efraim Zuroff van het centrum. Heim leeft waarschijnlijk nog. Hij heeft zich vermoedelijk verstopt in Spanje of in Zuid-Amerika.