Stiekem inenten: even slikken
Een homoseksuele jongeman komt bij de huisarts. De klachten die hij beschrijft, doen de arts denken aan aids. De dokter onderzoekt de man en biedt aan om behalve het gewone bloedonderzoek ook een hiv-test te doen. Hij weigert, met als argument dat hij liever onwetend blijft. De huisarts respecteert het besluit, maar neemt stiekem ook voldoende bloed af voor een hiv-test. De test is positief en de huisarts waarschuwt zijn collega’s.
Dit voorbeeld is volkomen uit de duim gezogen. Een arts die zo zou handelen, gaat zijn boekje flink te buiten, want hij schendt de lichamelijke integriteit van zijn patiënt. Niemand mag gedwongen worden tot een hiv-test. Vorige week kwam er zelfs een rechter aan te pas om een hiv-test te eisen van een drugsverslaafde, die een ander met een injectienaald gestoken had. Terecht, want het recht op lichamelijke integriteit is juridisch verankerd. De onaantastbaarheid van het lichaam is zelfs een grondrecht: artikel 11 van de Grondwet. Om die reden mag de politie iemand niet zomaar fouilleren, handboeien omdoen of wangslijm afnemen voor DNA-onderzoek.In dit licht bezien is het nieuws over stiekem inenten tegen polio opmerkelijk. Vrijdag bleek dat tijdens de epidemie van 1978 sommige huisartsen -onbekend is hoeveel- kinderen van gewetensbezwaarden hebben gevaccineerd zonder dat hun ouders daarvan op de hoogte waren. Bovendien gebruikten ze daarbij de verzwakte, levende vorm van het vaccin, die zich min of meer automatisch zou verspreiden onder niet-gevaccineerden.
De actie van deze huisartsen is uitgesproken laakbaar. Hun motief is niet bekend, maar waarschijnlijk waren de artsen begaan met de kinderen die een reëel risico op besmetting met het virus liepen. Dat is niet verwonderlijk, omdat de media in de jaren zeventig van de vorige eeuw een bijzonder negatieve stemming creëerden over gewetensbezwaren tegen vaccinatie. Predikanten die waarschuwden, werden vergeleken met de kindermoordenaar Herodes.
Hoe ernstig de ziekte polio ook is, stiekem inenten valt daarmee nooit goed te praten. Immers, tegenover het antiklimaat voor gewetensbezwaren waarde juist in diezelfde tijd de geest rond van het zelfbeschikkingsrecht. Het was de tijd van liberalisme, feminisme en illegale abortusklinieken. Groter contrast is nauwelijks denkbaar: waar de ene groep ouders hun kind niet ongevaccineerd mocht laten, wilde de andere groep baas zijn in eigen buik en het recht claimen om zijn ongeboren kind te doden. Afgezien van die tijdgeest was het ook in 1978 verboden om stiekem in te enten. De vaccinatiedwang is al in 1928 afgeschaft.
Gisteren bleek ook dat de emeritus hoogleraar infectieziekten Huisman al bijna drie decennia van de feiten op de hoogte is. Het is frappant dat hij begrip toont voor deze artsen in plaats van ondubbelzinnig afstand te nemen van hun praktijken. Juist hij was destijds, als hoofd van de afdeling infectieziekten van de GG en GD Rotterdam, in de positie geweest om het gedrag van de betreffende artsen aan de kaak te stellen.
De kwestie verdient alsnog nader onderzoek, waarbij moet blijken welke garanties er zijn dat in de toekomst geen onverantwoorde of onwettige druk op gewetensbezwaarden meer zal worden uitgeoefend.