Binnenland

„Artsen namen met inenten verantwoordelijkheid ouders af”

RIJSSEN - Verbaasd, verontrust en geschokt. Dat is de reactie van ds. A. Schreuder, predikant van de gereformeerde gemeente in Rijssen, op het nieuws dat een onbekend aantal artsen tijdens de polio-epidemie van 1978 kinderen onwetend en tegen de zin van de ouders heeft gevaccineerd.

Binnenlandredactie
12 October 2007 22:24Gewijzigd op 14 November 2020 05:11

„Ik ben verbaasd”, zo reageert de predikant, die voor zijn predikantschap arts was. „De arts gaat hier een grens over. Ik stimuleer de mensen in mijn gemeente vertrouwen te hebben in hun huisarts. Dat vertrouwen wordt wel geschaad als een arts zonder overleg vaccinatie toepast.”Wat de Rijssense predikant verontrust, is het feit dat in dit geval de arts in de verantwoordelijkheid van ouders is getreden. „Dat betekent dat hij de gewetensbezwaren van de ouders niet serieus heeft genomen. Eigenlijk zegt zo’n arts dat een ouder niet goed voor het kind zorgt. Dat betekent een enorme veroordeling. En dat is schokkend, want een huisarts dient juist een goede relatie met zijn patiënten te hebben.”

Ook medisch ethicus prof. dr. ir. H. Jochemsen van het prof. dr. G. A. Lindeboom Instituut in Ede vindt het vaccineren zonder ouderlijke toestemming onjuist. „Bij kinderen onder de twaalf jaar mogen artsen alleen iets doen met toestemming van de ouders. Er zijn gevallen bekend dat bij acuut levensbedreigende situaties ouders korte tijd uit de ouderlijke macht werden gezet, bijvoorbeeld bij Jehova’s Getuigen die hun kinderen geen bloeddonatie wilden laten geven, of ook ouders met een kind met het syndroom van Down die geen toestemming gaven voor een operatie om een darmafsluiting te verhelpen.”

Een polio-epidemie is echter geen direct levensbedreigende situatie. „Wel kan ik me voorstellen dat de levensbedreiging bij een epidemie iets groter wordt. Dan nog gaat het zonder ouderlijke toestemming toedienen van een vaccin mijns inziens te ver. Een arts zal dan open kaart moeten spelen en die toestemming moeten vragen.”

Daarbij speelt dat de toediening met het levende virus destijds het -zeer geringe- risico met zich meebracht dat andere niet-gevaccineerde kinderen door een verandering van het virus de ziekte zouden krijgen. „Dat betekende dus een inbreuk op de lichamelijke integriteit.”

Gevoelsmatig kan Jochemsen zich wel voorstellen dat artsen handelden vanuit het motief dat ze medisch gezien het beste met het kind voorhadden. „Maar de ouders hadden dat vanuit een breder perspectief ook. Al zullen vele andere christenouders ook vanuit de Bijbel rond vaccinatie over de invulling van ”het beste” anders denken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer