Turkije roept eigen ambassadeur VS terug
NEW YORK - Ankara heeft de Turkse ambassadeur in Washington donderdag teruggeroepen „voor overleg.” Deze stap volgde op de goedkeuring woensdag door een parlementaire commissie van een resolutie waarin wordt geconstateerd dat de moord in 1915 op 1,5 miljoen Armeniërs in het toenmalige Turks-Ottomaanse Rijk ”genocide” was.
Deze massamoord ligt erg gevoelig in Turkije, waar het een ”misdaad” is om deze moordpartij ”genocide” te noemen. Verschillende Europese parlementen, waaronder het Nederlandse en het Franse, hebben Ankara in de afgelopen jaren al geïrriteerd door deze massamoord te kwalificeren als genocide. Armeense groepen in de VS dringen er in Washington al tientallen jaren op aan om hetzelfde te doen.De regering-Bush is daar fel tegen, omdat men bang is dat dat problemen geeft met NAVO-bondgenoot Turkije. Een bondgenoot die men vooral nodig heeft voor de oorlog in Irak, onder andere in verband met logistieke aanvoerlijnen die via Turkije lopen. Daarnaast dreigen de Turken om Turks-Koerdische rebellen die vaak hun toevlucht zoeken in het naburige noorden van Irak over de grens te achtervolgen.
„Dat zou een van de stabielste regio’s van Irak ernstig kunnen destabiliseren”, aldus analist Michael O’Hanlon van het Brookings Research Instituut in Washington. Geen wonder dat de regering-Bush alles in het werk stelt om te voorkomen dat de resolutie -die tot nu toe alleen werd goedgekeurd door de commissie buitenland van het Huis van Afgevaardigden- op de agenda komt van het voltallige Huis van Afgevaardigden.
Volgens sommige analisten proberen de Democraten het Bush lastiger te maken in zijn Irakbeleid via deze Armeense kwestie, nu het niet lukt om de president te dwingen om eerder te beginnen met terugtrekking van de troepen uit Irak. „Het lijkt erop dat men een Armeens achterdeurtje wil gebruiken om de president onder druk te zetten”, meent analist David Boaz van het Cato Research Instituut in Washington.
Democratisch voorzitster van het Huis van Afgevaardigden Nanci Pelosi ontkent dat. „Zolang ik in het parlement zit -en dat is ruim twintig jaar- wordt er al over deze zaak gesproken. Er werd altijd gezegd dat het tijdstip om de knoop door te hakken „niet opportuun” was. Dat zal het wel nooit worden. Daarom willen wij de resolutie volgende maand voorleggen aan het voltallige Huis van Afgevaardigden”, aldus Pelosi. Wordt vervolgd.