EU voorbereid op olierampen
LISSABON (ANP) - Europa is binnenkort goed voorbereid op grote rampen met olietankers. Het aantal parate olieopruimschepen langs Europese kusten groeit van negen tot zo’n dertien stuks.
„Het netwerk is daarmee compleet”, zegt Willem de Ruiter, de Nederlandse directeur van het Europese bureau voor veiligheid op zee (EMSA). Het agentschap stuurt dit jaar nog de laatste aanbesteding uit.De parate schepen zijn overwegend kleine tankschepen die gewoonlijk brandstof naar grotere schepen varen. Bij een grote ramp kan de Europese Unie ze snel oproepen en ombouwen met veegarmen en opslagtanks. Ze zijn uitgekozen op basis van hun vaste ligplaats, zodat een netwerk ontstaat langs alle Europese zeeën.
Voor Nederland ligt een schip in de Franse havenstad Brest klaar voor actie. De Noordzee en het Kanaal behoren tot de drukste vaarroutes van de wereld. Maar andere gebieden hebben ook hun risico’s, verzekert De Ruiter. De Zwarte zee en de Oostzee zien een groeiend aantal Russische tankers.
„Als er eens wat gebeurt bij de Griekse eilanden is de schade niet te overzien”, zegt De Ruiter. „En in de nauwe zeestraten bij Denemarken loopt er wel eens een aan de grond, met allerlei gevaren voor de gevoelige Oostzee.”
De Ruiter sloot in 2005 de eerste contracten met reders om snel schepen te kunnen oproepen bij een grote olieramp. Aanleiding was het ongeluk met de Prestige in 2002. Toen stroomde 70.000 ton zware stookolie in de oceaan, de meest stroperige van alle soorten olie. „Toen bleek dat EU-landen nauwelijks schepen hebben om dit soort grote rampen te lijf te gaan”, vertelt De Ruiter. „En er varen heel wat schepen met deze zware stookolie rond.”
De EU-topman liet zich bij de aanpak inspireren door Nederland, dat tot de best voorbereide landen van de EU behoort. Nederland heeft afspraken met baggeraars, om snel grote schepen te kunnen inzetten. „Veel economischer dan het bouwen van eigen schepen”, zegt De Ruiter.
Hij benadrukt dat de parate veegschepen alleen bedoeld zijn voor grote olierampen. Kleinere rampen blijven een taak van een EU-land zelf. De Ruiter is niet bang dat EU-landen niet meer zullen investeren in oliebestrijding, omdat de Europese schepen steeds klaarliggen. „Nee, wij doen alleen de extra capaciteit. Een land houdt zelf de coördinatie.”
Tot dusver is slechts één keer een dergelijk bestrijdingsschip opgeroepen. Dat gebeurde in augustus na een aanvaring tussen twee schepen in Spanje. Niet vaak, erkent De Ruiter. „Wees daarom blij dat we geen hele dure schepen hebben laten bouwen die werkloos liggen.”