Buitenland

NAVO heeft Nederlanders in Uruzgan „hard nodig”

BRUSSEL (ANP) - De internationale troepenmacht ISAF in Afghanistan heeft de Nederlanders in Uruzgan „keihard nodig.” Dat blijkt uit de woorden van een van de hoogste NAVO-generaals in Kabul, generaal-majoor Bruno Kasdorf.

12 October 2007 09:55Gewijzigd op 14 November 2020 05:10

De Duitse generaal, chef-staf van het ISAF-hoofdkwartier in Kabul, sprak donderdag via een videoverbinding met journalisten in Brussel.Op de vraag of hij vreest dat een (gedeeltelijk) vertrek van de Nederlanders ertoe kan leiden dat ook andere landen afzien van het sturen van militairen of het verlengen van hun missies, zei Kasdorf: „Inderdaad, met 40.000 troepen heeft ISAF niet wat eigenlijk nodig is om de veiligheid te verzekeren in Afghanistan, een land dat meer dan twee keer zo groot is als bijvoorbeeld Duitsland. We hebben alle bijdragen van de NAVO-landen keihard nodig.”

De vrees voor een zogenoemd domino-effect van een negatief besluit van Nederland over het voortzetten van de missie in Uruzgan is groot binnen het NAVO-hoofdkwartier. Meerdere landen kijken met argwaan naar een Nederlands kabinetsbesluit, dat waarschijnlijk begin november genomen wordt.

Het kabinet overweegt volgens ingewijden een vermindering van het aantal Nederlandse troepen in Afghanistan. Het zou gaan om een reductie met een derde, zodat van de huidige ongeveer 1650 er circa 1100 man overblijven. Mogelijk wordt ook het aantal F-16’s en Apachegevechtshelikopters teruggebracht.

Noorwegen en Slowakije zijn landen die overwegen militairen naar Uruzgan te sturen als de Nederlanders daar blijven. Noorwegen houdt de infanterie van het zogenoemde Telemark Bataljon achter de hand. Slowakije, dat eerst dacht aan een uitzending van enige honderden militairen, overweegt nu de inzet van enkele tientallen. Onduidelijk is nog of Australië, een belangrijke partner van de Nederlanders in Uruzgan, ook meer militairen zal sturen.

Kasdorf noemde gisteren het voorstel van NAVO-baas De Hoop Scheffer om meer videomateriaal van gevechtsacties uit Afghanistan te verspreiden „werkbaar.” De taliban kunnen volgens hem beweren dat er veel burgerslachtoffers zijn gevallen bij een NAVO-actie, maar ISAF moet eerst grondig onderzoek plegen. „Wij doen niet aan propaganda, dat is ons probleem. Wij zijn verplicht om de waarheid te brengen en die duurt in de regel iets langer.”

Kasdorf weersprak het beeld dat het slecht gaat met Afghanistan. „In 60 procent van het land is het rustig. Meer dan 80 procent van de Afghanen heeft toegang tot medische voorzieningen, dat was onder de taliban 8 procent. Er gaan nu 6,5 miljoen kinderen naar school, van wie 40 procent meisjes. Onder de taliban gingen 1,6 miljoen kinderen naar school, alleen jongens.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer