Zonder ezel naar de top van Nemrut

Herders die met kudden schapen of geiten door afgelegen berggebieden dolen. Mannen die met handkarren vol fruit door de straten van de stad trekken of op een ezel aansluiten in een rij auto’s die voor een verkeerslicht staat te wachten. In Zuidoost-Anatolië kom je ze tegen. Op ontdekkingstocht in de boeiende wereld van onbekend Turkije, waar de toerist regelmatig voor aangename verrassingen komt te staan.

12 October 2007 08:21Gewijzigd op 14 November 2020 05:10
Wie de top van de Nemrut wil bereiken moet de laatste afstand lopend afleggen of kan zich tegen betaling door een ezel naar het zogenaamde godenterras laten vervoeren. Foto RD
Wie de top van de Nemrut wil bereiken moet de laatste afstand lopend afleggen of kan zich tegen betaling door een ezel naar het zogenaamde godenterras laten vervoeren. Foto RD

Zuidoost-Anatolië is een wereld apart. Dat blijkt al direct als het vliegtuig van Turkish Airlines in Malatya is geland. Hier stromen in de brandende zon geen drommen Nederlandse toeristen samen rond de bagageband. De voertaal is Turks, de massatoerist ontbreekt. Welkom in Turkije.Wie er al een behoorlijke reis op heeft zitten om in Malatya aan te komen en vervolgens nog een drie uur durende busreis voor de boeg heeft, loopt het risico tijdens de laatste etappe weg te dommelen. Als de chauffeur eenmaal koers zet richting Adiyaman verdwijnt de slaap echter vanzelf uit de ogen. Reizen is hier geen hinderlijk obstakel op weg naar de plaats van bestemming, maar blijkt een attractie op zich.

Onderweg kijk je je ogen uit en wil je geen vijf minuten van de reis missen, want dan zou je wel eens ongemerkt een hoogtepunt kunnen passeren. Neem alleen al het imponerende landschap, dat soms per kilometer van kleur en aanzien verschiet. Een samenspel van wolken, zon en schaduw plaatst de nu eens kale en dan weer begroeide berghellingen telkens in een ander licht. Je hebt de neiging de chauffeur om de haverklap te vragen de bus stil te zetten om uit te stappen, de omgeving op je te laten inwerken, de lucht in te ademen.

Verkeer is er op deze route nauwelijks. Slechts af en toe is onderweg een dorpje zichtbaar. Enkele mannen werken onverstoorbaar op het land. Zij verdienen hun brood letterlijk in het zweet huns aanschijns. Kinderen komen vrolijk uit school gerend, de jongens in zwarte kostuums, de meisjes in helderblauwe jurken. Een voor het oog ongecompliceerde wereld. Hier draait het leven niet om de toerist, maar is Turkije nog zichzelf. En dat is wel zo aangenaam.

Jonge herder
Adiyaman is de hoofdstad van de gelijknamige provincie. De lokale bevolking verplaatst zich hier niet alleen per auto, paardenkar, fiets, scooter of busje. Daartussendoor mengen enkele ezels zich in het verkeer. De sfeer is gemoedelijk te noemen voor een stad die zo’n 200.000 inwoners telt. Een schoenmaker klopt, voor de deur van zijn minizaak, met zijn hamer op een zool. Drie mannen houden hem gezelschap. In het straatbeeld vallen nogal wat in het zwart geklede vrouwen met gezichtssluier op.

In deze regio valt regelmatig de naam Nemrut. Wie Zuidoost-Anatolië bezoekt, mag deze bijzondere berg niet missen. Vanuit Adiyaman gaat de route via Kahta -met hotels die zich tooien met namen als Zeus en Nemrut- richting een nationaal park. Hoe dichter de bus de eindbestemming nadert, hoe steiler en kronkeliger de route wordt. Op het laatste, onverharde traject moet zelfs de meest geoefende chauffeur af en toe flink moeite doen om te blíjven klimmen en steeds scherper wordende haarspeldbochten te nemen.

Wie geen last heeft van hoogtevrees geniet intussen met volle teugen van prachtige doorkijkjes. Ook hier gaat het gewone leven door. Een kudde koeien struint over de weg richting een gehucht dat in de verte zichtbaar is. Even verderop daalt een herder met een koppel schapen een berghelling af. Een jongen met een kudde geiten schept water bij een put en steekt zijn hand op naar de toeristen die nog voor zonsondergang de top van de Nemrut willen bereiken. Hun relatieve gehaast steekt schril af tegen de rust die de jonge herder uitstraalt.

In zo’n omgeving past het niet gemotoriseerd het hoogste punt te bereiken. Dat is gelukkig ook onmogelijk. De laatste twintig minuten komt het op lopen aan. Wie minder goed ter been is, hoeft niet achter te blijven. „Taxi, taxi”, roept een man die met een ezel naar beneden komt lopen. Als een hijgende klimmer niet meteen toehapt, daalt de prijs van het ritje in een mum van tijd van 30 lira, via 20 en 15 naar uiteindelijk 10 lira. Helaas voor de man met de ezel, iedereen heeft zich deze middag voorgenomen lopend de top te halen.

Op een hoogte van meer dan 2000 meter gaat de wandeling via het oostterras naar het westterras van de Nemrut. Hier liet koning Antiochos I van het koninkrijk Kommagene in de eerste eeuw v. Chr. een grafmonument voor zichzelf en zijn naaste familie oprichten, omgeven door beelden van goden als Apollos, Zeus en Heracles. Ook van zichzelf liet hij op de hoogste berg van zijn rijk een beeld van ruim 8 meter hoogte plaatsen. In 1881 werden de -voor een deel zwaarbeschadigde- beelden door een Duitse wegenbouwkundige herontdekt.

Toplocatie
Nemrut staat behalve om zijn opvallende beeldengroep op het zogenaamde godenterras bekend om het fraaie zicht op de zonsondergang. Het is genieten om op dit hoogste punt in de omtrek een roodgekleurde zon langzaam maar zeker achter de bergen te zien zakken. Het enige wat je op zo’n moment nog zou wensen is dat je niet schouder aan schouder met tientallen andere toeristen in dezelfde richting zou staan te turen. Op deze toplocatie het wondere schouwspel van de zonsondergang alleen mee te maken, is echter een utopie.

De laatste minuten voordat de zon uit beeld verdwijnt, heerst er op de top van de Nemrut een enigszins opgewonden stemming. Mannen en vrouwen -ze beginnen vanwege de dalende temperatuur inmiddels wat rillerig te worden- staan met camera’s in de aanslag. Een echtpaar van middelbare leeftijd heeft het fototoestel opzij gelegd en trekt zittend op een ruw blok beton een fles rode wijn open. Het aftellen kan beginnen.

In een mum van tijd is het gebeurd. De zon zakt achter de bergen. Op dit moment past stille verwondering. In plaats daarvan klinkt om kwart over zes ’s avonds op een hoogte van 2100 meter een applaus voor de ondergaande zon.

Meer informatie: Turks Verkeersbureau, 070-3469998 of www.welkominturkije.nl.

Cultuurschatten
„Ik heb eentje jaar in Nederland gewoond. In Amsterdam.” In het archeologisch museum van Adiyaman spreekt directeur Fehmi Erarslan enkele woorden Nederlands. Inmiddels is hij alweer tien jaar terug in zijn geboorteland. Behalve museumdirecteur is Erarslan, gespecialiseerd in terracotta’s, docent archeologie en kunstgeschiedenis aan de universiteit van Adiyaman. Turks-Engelse informatiepanelen gidsen de toerist door zijn museum, dat onder meer gebruiksvoorwerpen uit het Keltische, Vroeg-Bronzen en Hellenistische tijdperk in vitrines rangschikte.

In de wijde omtrek van Adiyaman zitten nog vele cultuurschatten in de grond verborgen, zegt Erarslan, maar het geld ontbreekt om ze op te delven. Een enkele keer vindt een willekeurige persoon een terracotta en biedt die aan het museum aan. Als het aan Erarslan ligt, wordt het onontgonnen gebied rond de berg Nemrut grondig onder de loep genomen. Het gaat om zo’n 150 kleinere bergen, de zogenaamde Hoyuks, die nog vele cultuurschatten van eeuwen terug zouden herbergen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer