Meer toezicht op fondsenwervers
De eisen aan goededoelorganisaties worden zwaarder. Ze moeten kunnen aantonen dat ze grip hebben op de besteding van het geld dat ze binnenkrijgen. Ook moeten fondsenwervers voortaan verplicht verantwoording afleggen aan de achterban. De eisen gaan in 2004 in.
Dat zegt directeur J. Zwartjes van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF). Zijn organisatie verleent aan circa 150 goededoelorganisaties het zogeheten ”keur”. Dat keurmerk is niet verplicht. Wel willen keurmerkhouders dat de overheid niet bij het CBF aangesloten organisaties uitsluit van fiscale voordelen.
Als de nieuwe eisen aan keurmerkhouders worden doorgevoerd, verwacht Zwartjes niet meer zo snel een affaire zoals bij Foster Parents (tegenwoordig Plan Nederland geheten). Volgens kritische donateurs zouden projecten van deze organisatie nooit zijn uitgevoerd. De kritiek leidde tot grote onrust en het vertrek van duizenden donateurs.
Volgens Zwartjes is vanuit het buitenland grote belangstelling voor de manier waarop het CBF toezicht houdt op charitatieve organisaties. „We zijn baanbrekend bezig”, stelt hij. Doordat de eisen worden verzwaard, zal het CBF meer personeel moeten aantrekken. Als gevolg daarvan wordt het CBF-keur 10 tot 20 procent duurder.