De oppositiepartijen vrezen dat minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) alle radicaliseringsprojecten uit het verleden overboord zet en volledig opnieuw begint. Ook wordt het plan als te vaag beoordeeld.Dat bleek donderdag tijdens een overleg over het actieplan, dat in augustus is gepresenteerd. Het kabinet trekt de komende vier jaar 28 miljoen euro uit om de toenemende radicalisering onder moslims en rechts-extremisten te bestrijden. Dat geld gaat vooral naar gemeenten, die een grote rol krijgen bij de aanpak.

„Er zijn veel projecten gestart in het verleden. Nu is er een nieuw kabinet en beginnen we weer van vooraf aan", verwoordde VVD-Tweede Kamerlid Griffith kritiek die ook leeft bij onder meer de SP, GroenLinks en de SGP.

De minister sprak tegen dat ze volledig blanco aan het actieplan is begonnen. „Wij proberen voort te bouwen op wat in het verleden is gedaan. Het is niet zo dat we iets afkappen, zoals bijvoorbeeld de buurtvaders."

Het verwijt dat het beknopte actieplan geen concrete doelen bevat, beantwoordde Ter Horst met de mededeling dat volgende maand een uitgewerkte versie van het plan volgt. Daarin staat concreet beschreven welke maatregelen de acht ministeries zullen nemen die betrokken zijn van de aanpak van radicalisering.

De SP heeft problemen met deze aanpak, die dit kabinet vaker hanteert. Kamerlid Ronald van Raak heeft liever direct een volledig plan, zodat hij de minister kritisch kan bevragen. Ter Horst ziet daar niets in, omdat uitgewerkte plannen dan in de prullenbak kunnen belanden bij gebrek aan steun vanuit het parlement. „Ik geef liever eerst de richting aan. Als de Kamer mij daarin steunt, kan ik het verder uitwerken."