Oppositie betwijfelt nut jeugdcampus
DEN HAAG (ANP) – De oppositiepartijen in de Tweede Kamer zijn er niet van overtuigd dat campussen voor probleemjongeren echt gaan helpen om hen op het rechte pad te houden.
Dat bleek woensdag uit een debat met ministers Rouvoet (Jeugd en Gezin) en Hirsch Ballin (Justitie).Vooral de VVD en de SP vinden de plannen van het kabinet veel te vaag. Verder lukt het huidige initiatieven als de Glenn Mills-scholen en Crossroads nauwelijks om probleemjongeren weer een plek in de maatschappij te geven, stelt Tweede Kamerlid Dezentjé Hamming.
SP en GroenLinks vrezen daarnaast dat jongeren die even niet weten wat zij met het leven aanmoeten, in de campussen terecht zullen komen. „Wie bepaalt of een tiener onwillig is?“, vraagt SP-Kamerlid Leijten zich af. „Er staat geen straf op verveling”, aldus Dibi van GroenLinks.
Minister Rouvoet van Jeugd en Gezin erkent dat de opzet van de campussen nog niet is uitgekristalliseerd. Dat moet duidelijk worden tijdens de proeven die tot en met 2009 lopen. Ook welke jongeren al dan niet gedwongen worden opgenomen, wil hij bepalen aan de hand van de uitkomst van de proeven. In totaal trekt Rouvoet voor alleen die proefprojecten 20 miljoen euro uit.
Het kabinet wil campussen oprichten voor criminele en overlastgevende jongeren die weigeren met hun gedrag te stoppen en voor wie zwaardere maatregelen als jeugddetentie nog niet aan de orde zijn. In de campussen kunnen de probleemjongeren wennen aan een werkritme, hebben ze geen tijd voor asociaal gedrag en kunnen ze alsnog een diploma halen. Het is de bedoeling dat de campussen in 2011 landelijk worden ingevoerd.
De SGP spreekt meer steun voor de campussen uit dan de overige oppositiepartijen. De partij gaat zelfs een stapje verder dan de coalitiepartij PvdA. In tegenstelling tot de sociaal-democraten vindt de SGP dat burgemeesters een rol kunnen hebben bij het plaatsen van jongeren in die instellingen. Voor de PvdA mag alleen de rechter dwingen.