Gat ozonlaag niet groter geworden
Het gat in de ozonlaag boven Antarctica is dit jaar niet groter geworden, hebben de NASA en de Amerikaanse Nationale Oceanische en Atmosferische Dienst gisteren bekendgemaakt.
Het ozongat is een verdunning in de ozonlaag in de atmosfeer. De verdunning treedt iedere winter op boven het Zuidpoolgebied. De verdunning kan boven bewoonde gebieden gevaar opleveren omdat de ozon kankerverwekkende straling van de zon voor een deel tegenhoudt. Sommige door mensen vervaardigde chemicaliën –chloor– fluorkoolwaterstoffen of cfk’s– zouden de verdunning in de hand werken.
Volgens satellietmetingen van de NASA en de NOAA was het ozongat dit jaar op zijn hoogtepunt ongeveer 26 miljoen vierkante kilometer groot, ongeveer even groot als in de afgelopen drie jaar. Volgens Samuel Oltmans van de NOAA stemt dit overeen met verwachtingen op grond van het aantal chloorverbindingen dat in de atmosfeer terechtkomt. Doordat de toepassing van cfk’s afneemt en in veel gevallen verboden is, zou het ozongat boven Antarctica in de komende dertig tot vijftig jaar gestadig moeten slinken.
Met behulp van instrumenten aan ballonnen hebben onderzoekers van de NOAA vastgesteld dat het ozongehalte boven het Zuidpoolgebied op 28 september een dieptepunt van 100 Dobson–eenheden had bereikt. Vorig jaar was het minimum 98 Dobson–eenheden. In 1993 was het aantal Dobson–eenheden het laagst, namelijk 88. Het ozongat is het hele gebied waar het aantal Dobson–eenheden minder bedraagt dan 220.