In een interview in het Nieuwsblad Transport zegt De Boer: „Ik neig er toch meer naar dat je moet zorgen dat de producten eerst in het schap liggen voordat je ze gaat verkopen.”

Het vorige kabinet besloot weliswaar tot de aanleg van de tweede Maasvlakte om het komend ruimtegebrek in de Rotterdamse haven op te lossen, maar dat wordt pas concreet als er een eerste klant is, de zogenoemde ”launching customer”. De Boer laat dat idee nu los, en wil erover praten met de ministers Heinsbroek (EZ) en Hoogervorst (Financiën). „Het idee dat er eerst een launching customer moet zijn, vind ik een lastig verhaal.”

Dat de Maasvlakte er moet komen, staat als een paal boven water voor De Boer. „Je ziet dat de ruimte in de Rotterdamse haven beperkt is en langzamerhand op raakt. Er komt een moment dat die ruimte ook daadwerkelijk op is. In mijn optiek is de kunst dat moment precies voor te zijn.”

De Rotterdamse havenwethouder W. van Sluis reageerde woensdag verheugd op de uitlatingen van De Boer. Hij zei te hopen dat ook de collega-ministers, vooral Hoogervorst van Financiën, het eens zijn met De Boer, aldus de woordvoerster van de wethouder. Rotterdam vond al langer dat het moeilijk zou worden de tweede Maasvlakte te verkopen nog voordat zij er is.