Joodse boerderij uit 4e eeuw gevonden in Galilea
Bij archeologische opgravingen bij Zippori, in Galilea, zijn overblijfselen aangetroffen van een Joodse boerderij uit de derde of de vierde eeuw. De ontdekking werpt de veronderstelling omver dat Joden in Galilea in de Romeinse tijd niet in dergelijke landbouwnederzettingen woonden.
Een archeologisch team onder leiding van dr. Zeev Weiss van het instituut voor archeologie van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, trof vijf kamers aan in een boerderij. Het gebouw telde vermoedelijk twee verdiepingen en had een open binnenplaats.
De archeologen vonden onder meer een groot, versierd kalkstenen vat. Joden gebruikten deze kalkstenen vaten om gezuiverd water in op te slaan. De Joodse wet verbood het gebruik van klei hiervoor. Kalkstenen vaten werden ook gebruikt bij de dienst in de tempel die in het jaar 70 door de Romeinen werd verwoest.
Uit de vondst blijkt dat een eerdere aanname onjuist is, namelijk dat de kalkstenen vaten alleen door Joden in Juda werden gebruikt en kort na de verwoesting van de tempel in onbruik raakten.
Zippori, dat ten westen van Nazareth ligt en ook wel Sepphoris wordt genoemd, was in de Oudheid een grote en belangrijke plaats met een gemengde bevolking van Joden en heidenen. In de Oudheid stond de stad ook bekend als Diocaesarea. Na de verwoesting van de tempel werd het sanhedrin, het centrale religieuze en gerechtelijke lichaam van de Joden, hier gedurende enige tijd gevestigd. De boerderijen op het vruchtbare land rond Zippori dienden vermoedelijk om de bewoners van die stad van voedsel te voorzien.