Heftig debat bij baptisten over uitverkiezing
„Kunt u zich voorstellen dat de alwetende God Zijn liefste Zoon zou offeren zonder te weten of er belangstellenden voor Zijn verdiensten aan het kruis zouden zijn? Dat zou toch wreed zijn. Zoiets was toch onvoorstelbaar! Hij kon Zijn kind toch niet opofferen zonder de zekerheid dat dit offer gewaardeerd werd?” De redenering van de baptist Jeff Anderson is waterdicht. „Iedere christen die even nadenkt, is ervan overtuigd dat God de Vader van tevoren dienaren voor Zijn geliefde zoon heeft uitverkoren.”
Anderson is predikant van de Sovereign Grace Chapel Church in Colorado Springs, de plaats die in de Verenigde Staten bekendstaat als de bakermat van de evangelicals. Om zich te onderscheiden van veel andere baptistenkerken noemt zijn gemeente zich ”reformed baptist”. Daarmee geeft ze aan te willen staan in de calvinistische traditie waarbij accenten worden gelegd op de totale verdorvenheid van de mens, de onmacht het goede te kiezen en de overtuiging dat God al voor de schepping een kerk verkoren heeft tot het eeuwige leven.„De predestinatie is het ankerpunt van het christelijk geloof. Als er geen verkiezing en verwerping waren, dan kwam niemand aan de genade. God moest zeker weten dat er interesse in die genade was, wilde hij Zijn kind beschikbaar stellen. Anders was Hij er beslist niet aan begonnen.” Zo begint ds. Anderson zijn preek over 1 Petrus 2:6. Ondanks dat hij overtuigd voorstander is van de volwassendoop en hij die pas bedient na belijdenis van zonde en genade, is het leerstuk van de uitverkiezing voor hem boven alle twijfel verheven.
De gemeente van Anderson mag dan klein zijn -het aantal gedoopte leden komt nog niet tot de honderd- binnen het Amerikaanse baptisme staat ze beslist niet alleen. Het aantal calvinistische baptisten groeit gestaag. Uit een onderzoek van vorig najaar blijkt dat 10 procent van de Zuidelijke Baptisten zich rekent tot de calvinistische stroming binnen deze denominatie. Ervan uitgaande dat het kerkverband van de Zuidelijke Baptisten ruim 16 miljoen leden en 42.000 gemeenten telt, komt dat op 160.000 gereformeerde baptisten en 4200 gemeenten. En de groei is er volgens waarnemers beslist nog niet uit.
Binnen de baptistengemeenschap staan de calvinisten bekend als de Tulips, het Engelse woord voor tulp. Het woord is ontleend aan de beginletters van vijf centrale theologische begrippen: Total depravity (totale verdorvenheid), Unconditional election (onvoorwaardelijke verkiezing), Limited atonement (persoonlijke verzoening), Irresistable grace (onwederstandelijke genade) en Perseverance of the saints (volharding der heiligen). Kenners van de gereformeerde belijdenisgeschriften herkennen hierin onmiddellijk de vijf centrale thema’s van de Dordtse Leerregels.
De groeiende aandacht voor deze calvinistische opvattingen heeft een belangrijke stimulans gekregen toen in 1993 Albert Mohler benoemd werd tot rector van de Southern Baptist Theological Seminary in Louisville. Hij zorgde ervoor dat binnen tien jaar meer dan 90 procent van de docenten, vrijwel allemaal liberale en arminiaanse theologen, vertrok. In hun plaats kwamen docenten met calvinistische sympathieën.
„Daardoor is er een generatie predikanten gekomen die spreekt over genade en verlossing die niet afhangt van de aanvaarding door mensen, maar alleen van Gods vrije verkiezing”, zegt ds. Anderson. De groei van deze calvinistische stroming heeft inmiddels binnen de Amerikaanse baptistenkerken geleid tot een hevige discussie over verkiezing en verantwoordelijkheid. „We staan nog maar aan het begin. En het debat is heftig, want het arminianisme is taai. Maar het zal niet winnen.”
De opmars van het calvinistisch denken heeft volgens Anderson ook tot gevolg dat er een toenemende belangstelling is voor de puriteinen, zoals Edwards, Shepard, Owen en Bunyan. „Die schakelden de menselijke verantwoordelijkheid niet uit. Maar ze wisten ook dat het daar niet van kan afhangen. Want als mensen de keus bepalen, gaat het altijd verkeerd. Door het lezen van hun boeken heb ik ingezien dat de verkiezing geen blokkade, maar juist een poort tot Gods genade is.”