De prijs voor behoeftenbevrediging is hoog, te hoog
ESCH-SUR-ALZETTE - De mens heeft basisbehoeften, zoals ontspanning, vrijheid, liefde, hulp en levensonderhoud. Iedereen, waar ook ter wereld, probeert die behoeften te bevredigen. Maar de prijs is hoog. Hoe hoog de rekening is laat de tentoonstelling ”All we need” in het Luxemburgse Esch-sur-Alzette op een confronterende manier zien.
De staalindustrie in Zuid-Luxemburg is nagenoeg verdwenen. In enorme fabriekshallen hangen zware takels werkeloos in hun kabels, de generatoren zwijgen, de blauwe, met vet besmeurde overalls van de arbeiders hangen aan de kapstokken. De werklui zijn omgeschoold en verdienen inmiddels een boterham in de groeisectoren van toerisme en bankwezen of mengen zich in het leger van euroarbeiders op de Kirchberg in de hoofdstad van het groothertogdom.Maar Esch weigert te erkennen dat zijn rol is uitgespeeld. De fabriekshallen van het hoogovencomplex worden gebruikt voor tentoonstellingen. De Rockhall, gebouwd in 2006, moet decor zijn van allerhande culturele spektakels, de fabrieksterreinen in de buurt moeten omgevormd tot universiteitscampus. Esch -onder de rook van cultuurstad Luxemburg- wil een dak zijn waaronder kunst, cultuur en wetenschap veilig schuilen.
De fabriekshal Les Soufflantes staat met zijn zwartberoete wanden en dichtgeverfde ramen ongenaakbaar te midden van de kaalslag van Esch. Het gebouw wacht een grondige renovatie met het oog op een nieuw bestaan als archief en museumdepot. Witte letters geven aan dat er meer aan de hand is in de fabriek. Het blauwe edelhert -het logo van ”Luxemburg Cultuurstad 2007”- onderstreept dat.
In de hal is ”All we need” ingericht, een tentoonstelling over de fundamentele menselijke behoeften. De Chileense econoom Manfred Max Neef -winnaar van de Right Livelihood Award, een alternatieve Nobelprijs- bracht die in kaart. Hij maakt een onderscheid tussen behoeften (needs) en middelen om behoeften te bevredigen (satisfiers). Het kopen van allerhande (luxe) artikelen noemt hij een surrogaat; dat is niet waar de mens wezenlijk behoefte aan heeft. Neef stelde een lijst op met negen basisbehoeften van de mens, waarvan het levensonderhoud er slechts één is. Hij noemt onder meer ontspanning, vrijheid, liefde, identiteit, hulp en creativiteit. De basisbehoeften zijn overal dezelfde, maar de manier waarop ze worden ingevuld, verschilt enorm naargelang de rijkdom van een regio.
Keerzijde
De tentoonstelling maakt duidelijk dat het bevredigen van die behoeften een keerzijde heeft. Er moet een prijs voor worden betaald; door de consument van die behoeften, of door een ander. Het milieu wordt zwaar belast om onze ”dromen van een gelukkig leven” waar te maken. Kan onze op consumptie gebaseerde globale markteconomie wel blijven voldoen aan al die wensen? Is duurzame ontwikkeling wel mogelijk met onze levensstijl? Biedt eerlijke handel dan een alternatief? Hoe zit het met de mensenrechten?
”All we need” confronteert de bezoeker constant met vragen zonder pasklare antwoorden te geven of schools en belerend over te komen. Het idee van de tentoonstelling is uitgewerkt door Jean-Marie Krier, een Luxemburger die al 25 jaar leidinggeeft aan de grootste Oostenrijkse fair trade-organisatie. Internationaal bekende kunstenaars, maar ook leerlingen van Luxemburgse scholen werkten eraan mee.
De bezoeker komt de tentoonstelling binnen door over een zandstrand te lopen, het beeld van recreatie bij uitstek. Erboven cirkelt een vliegtuig om aan te geven dat onze vakantiebestemmingen -om onze behoefte aan ontspanning te bevredigen- steeds verder weg liggen. De golven zijn kunstmatig samengesteld uit honderden flessen water. Vervolgens wordt in een corridor de keerzijde getoond: schone stranden die in korte tijd veranderen in vuilnisbakken, alpenweiden die zijn omgebouwd tot skipistes waarop duizenden skiërs via liftjes de berg opgevoerd worden en enorme machines kunstsneeuw uitbraken. De prijs die betaald wordt voor het toerisme is hoog. Te hoog.
In de vroegere douchezaal van het hoogovencomplex staan honderden verschillende flesjes shampoo, één van elk merk en elk soort dat momenteel in Luxemburg te koop is. Daartegenover staan foto’s van mensen die het moeten stellen zonder zuiver water of sanitaire voorzieningen. De beelden zijn niet ingewikkeld, niet diepzinnig, maar wel confronterend.
Onthutsend
De tentoonstelling besluit met een ontdekkende enquête. Na het invoeren van persoonlijke gegevens berekent de computer je consumptiepatroon, afgezet tegen hetgeen er beschikbaar is. De uitkomsten zijn onthutsend. De levensstijl van een gemiddelde West-Europese journalist -het huis dat hij bewoont, het aantal kilometers dat hij vliegt en rijdt, het afval dat hij produceert- scoort 10,3. De gemiddelde wereldburger komt niet verder dan 2,2. Dat betekent dat als iedereen op deze wereld op dezelfde manier zou leven als de desbetreffende journalist, we 5,8 werelden nodig zouden hebben.
Met een ingewikkelde rekenmethode wordt verder aangetoond dat als water, grond en bomen ’eerlijk’ over de wereld verdeeld zouden zijn, de Nederlander 60 dagen per jaar honger zou lijden. Da’s dus geen oplossing, zou je denken. Maar voor drie kwart van de wereld is dat al een hele opluchting. Want -zo illustreren rechtopstaande buizen die elk een land vertegenwoordigen- vier vijfde van de wereld heeft minder dan de eerste levensbehoeften, een vijfde heeft meer; maar dan ook veel meer.
voetnoot (u17(”All we need” is nog tot 28 oktober te zien in Halle des Soufflantes - Belval, Esch-sur-Alzette. Meer informatie: +352 268401 en www.allweneed.lu.