Christelijke visie op marktwerking
Titel: ”Het oog van de naald. Over de markt, geluk en solidariteit”
Auteur: Johan Graafland
Uitgeverij: Ten Have, Zwolle, 2007
ISBN 978 90 259 5804 6
Pagina’s: 476
Prijs: € 34,90. De auteur is hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg en directeur van Netspar.
Dit is een verkorte versie van een bespreking die deze maand verschijnt in een speciale uitgave van Christen Democratische Verkenningen over marktwerking.Sommige christenen zien de markt als een duivels systeem, maar andere christenen verdedigen de vrije markt juist. In ”Het oog van de naald. Over de markt, geluk en solidariteit” beoogt Johan Graafland helderheid te brengen in het debat tussen de critici en de verdedigers van de vrije markt.
Johan Graafland is als econoom, ethicus en theoloog uitstekend gepositioneerd om een geïntegreerde christelijke visie te ontwikkelen op marktwerking. Hij heeft lange tijd gewerkt bij het Centraal Planbureau. Graaflands geloofsbrieven als econoom zijn dus onomstreden. Naast zijn veeleisende werk als afdelingshoofd bij het Centraal Planbureau (CPB) studeerde hij ook nog theologie. Hiermee trad hij in de voetsporen van zijn vader - Cornelis Graafland: predikant in de Nederlandse Hervormde kerk en befaamd theoloog en hoogleraar in de geschiedenis van het protestantisme in Utrecht. Johan Graafland rondde de studie theologie in 1998 succesvol af. Twee jaar later maakte hij de overstap van het CPB naar de Universiteit van Tilburg. Op deze universiteit bekleedt hij momenteel de leerstoel economie, onderneming en ethiek.
Zijn boek is systematisch opgezet langs drie hoofddimensies (welvaart, rechtvaardigheid en deugden) en drie disciplines (ethiek, theologie en economie). Graafland bespreekt in de drie hoofddelen van het boek de relatie van de markt met respectievelijk welvaart, rechtvaardigheid en deugden. Een inleiding en een uitleiding waarin de drie deelperspectieven worden geïntegreerd en toegepast omspannen de drie kerndelen van het boek.
Elk van deze drie hoofddelen is op dezelfde manier opgezet en bestaat uit vier hoofdstukken. Eerst worden de relevante ethische theorieën behandeld (respectievelijk utilisme, rechtvaardigheidsethiek en deugdenethiek), waarna met behulp van de Bijbel een normatieve christelijke visie wordt geformuleerd op respectievelijk welvaart, rechtvaardigheid en deugden.
Gematigde schaarste
Vervolgens passeren theoretische en empirische inzichten over marktwerking uit de moderne economische wetenschap de revue. Door ten slotte deze positieve inzichten over het functioneren van de markt te combineren met de eerder ontwikkelde normatieve christelijke visie, komt Graafland tot een synthese: een christelijke visie op de markt.
Het boek bevat een aantal prachtige passages over de relatie tussen economie en christendom. Graaflands beschouwing over het ideaal van de gematigde schaarste is geniaal. Hij geeft daarbij aan dat liefde en rechtvaardigheid een vorm van schaarste noodzakelijk maken. Beperkte mensen hebben elkaar nodig en zijn afhankelijk van elkaar en van God.
Een andere parel uit het boek is de verhandeling over liefde als katalysator. Liefde lijkt op het eerste gezicht haaks te staan op de wederkerigheid waarop de markt is gebaseerd. Maar Graafland suggereert terecht dat Bijbelse liefde vooral bedoeld is om mensen te veranderen. God heeft Zijn liefde geschonken opdat de mens daarop zou reageren: „Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad” (1 Joh 4:19). Gods liefde is niet vrijblijvend. Liefde beoogt de ander te laten groeien naar een relatie van wederkerigheid waarin de geliefde eigenwaarde ontwikkelt door zijn of haar talenten te ontwikkelen en in te zetten voor anderen.
Johan Graafland komt tot genuanceerde conclusies. De markt is een nuttig coördinatiemechanisme maar dient te worden aangevuld met overheidsingrijpen om verschillende onvolkomenheden van het marktmechanisme te corrigeren. Ook bij het bepalen van de optimale mate van concurrentie kiest Graafland een middenpositie. Te veel concurrentie schaadt de deugden van matigheid, bescheidenheid en liefde. Maar te weinig concurrentie gaat ten koste van ijver, dankbaarheid, geloof en hoop.
Huzarenstuk
In het zoeken naar syntheses tussen verschillende stromingen verloochent Graafland zijn verleden bij het Centraal Planbureau niet. Bij het CPB werkt men in een eclectische traditie: men zoekt naar een synthese van verschillende tradities zoals de neoklassieke stroming met haar nadruk op het marktevenwichtsperspectief, de neo-Oostenrijkse stroming die de zegeningen van de vrije markt benadrukt, en de Keynesiaanse stroming die het belang van overheidscoördinatie centraal stelt.
In dit boek zoekt Graafland naar een drie-eenheid van niet alleen deze drie verschillende economische perspectieven, maar ook van drie verschillende ethische benaderingen alsmede ethiek, theologie en economie. Deze verzameling van drie trilogieën gericht op een eenduidige christelijke visie op de markt is voorwaar een huzarenstuk.
Het genuanceerde, gebalanceerde karakter van het boek maakt het soms wat vlak en grijs. Graaflands conclusies zouden aan scherpte kunnen winnen als hij in een vervolgstudie zijn uitgangspunten zou toetsen aan marktwerking in concrete sectoren, zoals de zorg en het onderwijs. Want bij marktwerking zit de kneep hem vaak in de details. In dat verband zouden ook de begrippen marktwerking en concurrentie preciezer moeten worden gedefinieerd.
Graafland benadrukt de rationaliteit van de mens als een van de belangrijkste voorwaarden voor het goed functioneren van de markt en stelt dat de overheid een centrale rol speelt bij het indammen van begrensd rationele individuen. Met andere woorden: naarmate mensen minder rationeel zijn, dient de overheid een belangrijkere rol te spelen bij het corrigeren van de imperfecties van de markt.
Beperkingen
Maar de rechtvaardiging van de markt kan ook worden gezocht in de beperkingen van de mens in plaats van zijn veronderstelde rationaliteit. Juist omdat mensen beperkt zijn in hun cognitieve en morele vermogens, is de informatiegenererende en disciplinerende rol van het marktmechanisme van groot belang. En als mensen veelvoudig fouten maken en opportunistisch zijn, is gecentraliseerde overheidsmacht daarentegen juist bijzonder gevaarlijk. In dit verband is het jammer dat Graafland nauwelijks ingaat op de neo-Oostenrijkse school, die juist de beperkingen van de mens benadrukt.
Ook had ik als christendemocraat graag wat meer aandacht gezien voor het belang van andere instituties dan de overheid en de markt. Ook deze instituties kunnen helpen bij het disciplineren en corrigeren van de beperkte, opportunistische mens. Zo zijn normen en waarden die door kerken en gezinnen in de ”civil society” worden gevormd en overgedragen essentieel bij het bestrijden van de uitwassen van de markt en de politiek.
Ook Graaflands analyse van de relatie tussen de markt en christelijke deugden is genuanceerd. Hij stelt dat marktwerking deugden als matigheid, vrijgevigheid, bescheidenheid, gemeenschapsgerichtheid en liefde uitholt. Marktwerking zou echter dapperheid, ijver, dankbaarheid, geloof en hoop bevorderen. Dit zijn belangrijke, intrigerende conclusies maar ze verdienen nog verdieping.
Nemen en geven
Zo is Graaflands analyse dat concurrentie de belangrijkste christelijke deugd, de liefde, zou uithollen onvolledig. Graafland beperkt zijn analyse namelijk tot de relatie tussen concurrerende producenten en gaat niet in op de gevolgen van concurrentie voor de relatie tussen producent en consument. De natuurlijke neiging van veel mensen is om te nemen zonder te geven. Private eigendomsrechten (”Gij zult niet stelen”) perken die ongezonde neiging in. De markt stimuleert mensen als producent om hun talenten in te zetten ten behoeve van anderen (de consument): men kan alleen nemen (consumeren) als men ook wat geeft (produceert). De tweezijdigheid van de markt stimuleert mensen om hun talenten te ontwikkelen en verantwoordelijkheid te nemen voor anderen. Dit is een noodzakelijke voorwaarde voor liefde en geluk.
Uit geluksonderzoek blijkt dat werk een belangrijke bron van geluk is. Werk gaat uiteindelijk boven inkomen, want ”Geven maakt gelukkiger dan ontvangen” (Handelingen 20:35).
De kritische noten nemen niet weg dat dit boek verplichte kost is voor eenieder die zich wil verdiepen in de complexe relatie tussen ethiek, geloof en economie. Graaflands studie biedt een goed, genuanceerd startpunt voor degenen die markt en concurrentie willen beoordelen vanuit christelijk perspectief.