Zeegers stond onder grote druk
AMSTERDAM - Ronduit luguber is de laatste wending in de zaak-Holleeder. Kroongetuige Bram Zeegers is dinsdagmorgen dood aangetroffen in zijn woning. Hij liet vorige week maandag in de Bunker in Amsterdam merken te vrezen voor zijn leven.
„De afgelopen jaren waren zeer ingrijpend voor mijn privéleven.” Die woorden sprak Bram Zeegers vorige week maandag als getuige tegen Holleeder. Hij wijdde er niet tot in detail over uit. Maar zijn woorden kregen vandaag een dramatische lading.Zeegers, een omstreden ex-advocaat, zat vorige week maandag en dinsdag achter een zwart scherm, afgeschermd van het publiek op de tribune. Hij wilde door zo min mogelijk mensen worden herkend. „Ik besef dat ik me hier in een licht vijandige omgeving bevind”, zei Zeegers, toen hij door de verdediging werd bevraagd.
Raadslieden verzetten zich nog tegen het zwarte scherm. „Het publiek heeft het recht deze man te zien. Het publiek is net zo belangrijk als de procesdeelnemers”, zei raadsman Jan Hein Kuijpers.
„Er wordt weer een sfeer gemaakt alsof er wat aan de hand is”, foeterde ook raadsman mr. Arthur van der Biezen. Willem Holleeder schaarde zich eveneens in het rijtje criticasters. „Toen ik in een auto naar de rechtbank werd gereden, hing er dit keer geen doek voor het raam. Waarom kreeg ik toen geen afscherming van het publiek?”
De rechtbank was echter onverbiddelijk en liet het scherm staan. „De heer Zeegers is afscherming van het publiek beloofd. Die belofte kunnen we niet ongedaan maken.”
Enkele maanden geleden publiceerde weekblad Vrij Nederland een foto waarop Zeegers vanaf de zijkant is te zien. De kroongetuige maakte daar bezwaar tegen. De rechtbank oordeelde dat de publicatie van de foto onrechtmatig was, maar de oplage van het blad hoefde niet te worden teruggehaald.
Opvallend is dat de kroongetuige vorige week maandag zei dat hij begin dit jaar heeft overwogen Nederland te verlaten. Zeker is dat Zeegers de afgelopen jaren onder grote druk leefde. Hij genoot geen bescherming als bedreigde getuige.
Vanaf 2004 legde Zeegers in het diepst geheime belastende verklaringen af tegen Willem Holleeder. Tegen de officieren van justitie Koos Plooy en Fred Teeven sprak hij gedetailleerd over de angsten die zakenman Willem Endstra doorstond. Vorige week bleef Zeegers in het openbaar bij zijn verklaring dat Willem Holleeder Endstra heeft afgeperst. De kroongetuige maakte een vastberaden indruk. Endstra werd in mei 2004 geliquideerd, voor zijn kantoor aan de Apollolaan in Amsterdam.
Bram Zeegers was jarenlang de vertrouweling van Willem Endstra, een zakenman die onmiskenbaar banden had met onderwereldfiguren. Zeegers vergezelde Endstra op buitenlandse reizen en was kind aan huis bij de gewiekste vastgoedmagnaat. Geamuseerd vertelde de kroongetuige dat een trotse Endstra hem bijvoorbeeld een inpandig zwembad bij hem thuis liet zien.
De gewelddadige dood van Endstra heeft de kroongetuige geschokt. „Mijn vriend is afgeperst en vermoord”, zei Zeegers vorige week, telkens met een opvallende kalmte. „Ik was daar behoorlijk kapot van. Het heeft me erg aangegrepen.” Zeegers had de moed om te getuigen, omdat hij wilde dat het recht zijn loop zou hebben. Stellig wees hij de gedachte van de hand dat hij zou hebben gehandeld uit rancune. „Dat was absoluut geen drijfveer.”
Met enige verbazing sprak Zeegers vorige week over de „stoïcijnse” Endstra, die kennelijk zijn angsten voor zijn afperser Holleeder goed kon verbergen. Daarbij betrok de kroongetuige ook zichzelf. „Willem Endstra kon rustig gesprekken voeren met bankdirecteuren, terwijl hij onder hoogspanning stond. Hij leefde onder grote stress, maar kon kennelijk een knop omzetten. Ik zou dat niet kunnen.”
Sinister is dat Zeegers zich vorige week uitliet over de liquidatie van andere getuigen in de zaak Holleeder. „Dit verstoort de hele rechtsloop.” Zeegers moet hebben gedoeld op kroegbaas Thomas van der Bijl en vastgoedhandelaar Kees Houtman. Die spraken ook in het geheim met de politie. Ze werden beiden geliquideerd.
Bram Zeegers, sportschutter, had de beschikking over een wapen. Vorige week vertelde hij dat ook Endstra soms met een wapen rondliep, bijvoorbeeld in het Amsterdamse Bos. „Hij wilde zich niet als een hond laten afschieten.”
Een spoor van angst
Bram Zeegers leefde onder grote druk, omdat hij zeer belastende verklaringen tegen Willem Holleeder heeft afgelegd. Angst loopt als een rode draad door het dossier. Onder anderen Willem Endstra en kroegbaas Thomas van der Bijl, beiden geliquideerd, vertelden de politie over de vrees voor Holleeder en de zijnen.
„Ik weet dat ze iedereen afknallen en dat het menens is.”
(Willem Endstra over de Holleederbende)
„Hij zat hier bijna te janken vanochtend. Hij zei: „Ik zie het leven niet meer zitten.” Ik probeerde hem een beetje op te beuren. Hij kan het echt niet aan.”
(Endstra over John Wijsmuller, een zakenman die afgeperst zou zijn door Holleeder)
„Hij is hartstikke gezellig en leuk. Maar plotseling zag ik dus dat andere gezicht.”
(Endstra over Holleeder)
„Het liefst heb ik gewoon dat je bij mij een bandrecorder in mijn eh…maag bouwt.”
(Endstra zinspeelt tegenover rechercheurs op een methode om Holleeder ongemerkt af te luisteren)
„Hij heeft me twee keer een stoot op mijn porem laten geven, en een keer een pistool op mijn kop gezet.”
(Thomas van der Bijl over Willem Holleeder)
„Willem is gewoon een mannetje dat overal mensen heeft. Hij is net een schaker, hij heeft overal schaakstukken.”
(Van der Bijl over Holleeder)
„Als hij alles van je heeft afgepakt en je stribbelt tegen, dan brengt hij je om zeep.”
(Van der Bijl over Holleeder)
„Die kale, die Richard G., die gaat naar iedereen toe en zegt: Je mag nooit praten.”
(Van der Bijl over Richard G., een van de vermeende kompanen van Willem Holleeder)
„De Neus was bij me en zei dat hij rechters voor zich had werken en meer mensen. En dat ik mijn mond moest houden.”
(Van der Bijl over de vermeende contacten van Holleeder met bijvoorbeeld corrupte agenten)