Geen van de statenfracties steunde woensdag de inbreng van D66. Die partij zette bij monde van fractievoorzitter C. Bernard kanttekeningen bij de ruimte die Zondag binnen het college krijgt voor het innemen van een minderheidsstandpunt. Hij vroeg zich af in hoeverre er sprake kan zijn van collegiale verantwoordelijkheid binnen GS wanneer een van de leden zich niet kan vinden in de plannen die het dagelijks bestuur van de provincie maakt.

In de begroting voor 2003 neemt Zondag een aantal minderheidsstandpunten in op het gebied van kinderopvang, steun aan televisieprogramma’s en sportbeoefening op zondag. Die zijn naar zijn mening niet in overeenstemming met de Bijbel en Gods wetten. Volgens Zondag zijn er bijvoorbeeld voor de kinderopvang in crèches voldoende alternatieven. Zo kunnen ambtenaren voor 50 procent van hun arbeidsduur ouderschapsverlof krijgen, terwijl ze hun salaris voor 80 procent krijgen doorbetaald. „Dat stimuleert dat moeders ook hun taak in het gezin kunnen uitvoeren.”

Zondag zit sinds november vorig jaar in het college, nadat de SGP als gevolg van de bestuurscrisis in Gelderland toetrad tot de coalitie. Destijds bij de onderhandelingen werd al afgesproken dat hij enige vrijheid kreeg om minderheidsstandpunten in te nemen. Overigens geldt dat ook voor andere gedeputeerden, zo bleek woensdag in de Staten. Anders dan in het verleden gunnen de collegepartijen de bestuurders meer de vrijheid om zo af en toe een standpunt in te nemen dat afwijkt van wat de meerderheid vindt.

Volgens SGP-fractievoorzitter ing. E. Klein is het volstrekt logisch dat gedeputeerden het niet altijd met elkaar eens hoeven te zijn. „Als D66 meent dat er sprake moet zijn van collegiaal bestuur, vraag ik mij af wat hun definitie daarvan dan is. Volgens mij is er in ieder geval sprake van rechten én plichten. Zo heb je de plicht om iemand te gunnen dat hij een minderheidsstandpunt inneemt. En dan hoeft het niet alleen om principiële zaken te gaan, maar kan ook een ander bezwaar valide zijn.”