Lieve honderdjarige,
Lieve honderdjarige, Hartelijk gefeliciteerd. Honderd jaar! U heeft veel meegemaakt. Wat was u een klein wezentje toen u na een kersteningsoffensief van meer dan negen maanden werd geboren! U groeide voorspoedig op, maar wilde -beetje eigenwijs!- niet naar school. Dat was fraanje, immers? Meester Kersten had er een hele kluif aan. Al met al was u 20 toen u voor het eerst in de bankjes van de Boezemsingel schoof. Tot de dag van vandaag. Er zijn weer heel wat leerlingen op school. Fijn.
Nu u honderd bent, zult u wel eens terugdenken aan uw midlifecrisis. Het begon op uw drieënveertigste. Een paar jaar later, in 1953, ging het er nog heftiger aan toe. U krijgt vast hoofdpijn als u erop terugkijkt met de wijsheid van een honderdjarige. Er zijn dingen gebeurd waarvoor u zich nu schaamt, denk ik. ’t Was niet in orde!Ontzettend goed dat u een paar jaar geleden uw zusters heeft opgezocht. Zo naast elkaar leven alsof je elkaar niet kent, dat kan toch niet. Twee zussen zijn inmiddels behoorlijk op leeftijd. Eentje is net zo oud als u bent, de ander is nog ouder.
Wees vooral ook vriendelijk tegen uw zus van drie. Ze is nog jong. Wat een pijnlijk en intens verdrietig gebeuren was dat overigens: de geboorte van dat zusje, waarbij onze moeder verscheurd werd. Maar ook bij die moeder vindt u gelukkig nog zoete banden.
Is het een idee om met uw zussen onder één dak te gaan wonen? Natuurlijk niet meteen in één huis, maar bijvoorbeeld in een rijtje van vier, in federatief verband. Met veilige tussenmuren. Ik begreep laatst dat ze in Boskoop wel willen meewerken aan dit soort huisvesting. En dan de ramen openzetten, zodat de wind naar binnen kan. Als er dan een geweldige wind opsteekt, zo een die je wel hoort maar niet ziet, wie weet, brokkelen de tussenmuren langzaam af.
Sowieso denk ik dat u de ramen wel vaker open hebt dan vroeger. Dat is goed. Het wordt snel te bedompt. En u gaat ook al jaren de straat op, in Tilburg, Amsterdam, Rotterdam, Leeuwarden, Alkmaar en Antwerpen, en op nog veel meer plaatsen om mensen te bewegen in te gaan. Daar is moed, geloof en volharding voor nodig.
Lieve honderdjarige, zorg goed voor uzelf. U bent oud. Toch staat u nog stevig op uw benen. Daar mag u dankbaar voor zijn. Er zijn leeftijdsgenoten die jaren geleden al zijn gaan wankelen. Verzorg de twee voeten goed. Ik weet wel dat het bij uw voeten van schrift en belijdenis gaat om de bloedsomloop vanuit het hart, en om het zenuwstelsel vanuit het hoofd, maar een goede huidverzorging is ook vitaal. Belangrijk is het om de poriën van de jonge huidcellen op catechisatie met gedegen kennis te vullen. Gebruik rustig het beproefde hellenbroeker reproductiezalfje.
Ondanks uw stevige grondslag bent u niet stil blijven staan. U bent aardig aan het reizen geslagen. Op de leeftijd dat anderen het rustiger aan gaan doen, begon u met avontuurlijke ondernemingen: Papoea, Nigeria, Ecuador, Guinee, ga maar door. U hebt er ware hartsvrienden aan overgehouden. En sinds kort gaat u zowaar naar Israël en zoekt u de beminden om der vaderen wil op in Oekraïne.
Ik hoor uw hart iedere zondag nog kloppen met een helder geluid. Ik wil niet emotioneel worden, maar als ik daaraan denk, besef ik dat ik door Gods genade werkelijk alles in mijn leven aan u heb te danken. Daarom voel ik me zo sterk aan u verbonden. Laten we intens bidden dat het hart krachtig blijft kloppen: de stem van het bloed.
Het is niet meer als vroeger. U zult het merken: jongeren, studenten en ouderen, ze stellen soms vrijmoedig vragen over de preek en andere dingen. Nu kom ik in uw ogen natuurlijk pas kijken, u bent precies twee keer zo oud als ik, maar ik heb gehoord dat ze vroeger gewoon luisterden als de dominee zei hoe het was. Die tijd is voorbij. Soms zijn er kritische vragen. Maar vaak zit er achter zo’n vraag een betrokken hart. Ik hoop dat u door de woorden heen luistert. We zijn niet volmaakt, u als honderdjarige immers ook niet, en er is moed en ootmoed voor nodig om dat bespreekbaar te maken. Ik wens u wijsheid toe om met allerlei feedback om te gaan. U vindt mij misschien wel vrij postig als ik dit zo zeg, maar het is omdat ik me zo verbonden voel en het helemaal niet fijn vind dat kritische geluiden soms voor veel verwarring zorgen.
Ik begrijp dat u zorgen zult hebben. U hoort veel. U ziet hoe men door de open ramen van kerk en gezin de wereld binnen laat. Hoe men zich opgewekt verkneukelt bij kunstlicht, terwijl de zonwering naar beneden schuift. U weet dat de vijand verkleed als een engel des lichts soms onopvallend in de kring plaatsneemt.
En als ik dan naar uw schouders kijk… Die zijn veel te zwak om heel die last van zorgen te dragen. Wat zult u blij zijn dat het niet hoeft. Het lichaam is van het Hoofd. Hij is volmaakt wijs en goed. Hij vervult alles in allen.
Lieve honderdjarige, als u daarop mag zien, weet u: alles komt goed. Dan viert u uw verjaardag in hoop, met blijdschap en verwondering en natuurlijk in diepe verbondenheid met de kerk van alle eeuwen.
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl.