„Breng de school naar de leerlingen”
Een reformatorische school voor voortgezet onderwijs in Barneveld is gezien het grote aantal leerlingen zo logisch, dat Van Lodenstein-directeur ir. L. A. Jansen zich afvraagt: „Waarom zijn we er niet veel eerder aan begonnen?”
Elke dag slingeren lange rijen fietsers over binnenweggetjes van Barneveld en omliggende dorpen naar Amersfoort, Hoevelaken en Apeldoorn, en ’s middags weer terug. Ze zijn onderweg naar school. Het kost de leerlingen zeeën van tijd om er te komen, om over de gevaren die ze elke dag in het verkeer tegenkomen maar niet te spreken.
Anderen pakken de bus, zijn er sneller, maar betalen elk jaar handenvol geld. Een reformatorische school voor voortgezet onderwijs in Barneveld zou in één klap een einde maken aan al dat lange, gevaarlijke en dure reizen.
De argumenten voor een vestiging in Barneveld lijken alleszins redelijk. Daarom verwachten Jansen en zijn Fruytier-collega ing. E. Klein dat het ministerie van Onderwijs niet moeilijk zal doen over hun aanvraag. Een groter probleem kan de gemeente Barneveld worden. Die moet de school gaan betalen en voor huisvesting zorgen.
Als het over geld en gebouwen gaat, zijn er concurrenten in het spel. Barneveld telt drie scholen voor voortgezet onderwijs: het Johannus Fontanuscollege, het Groen van Prinsterercollege en de Christiaan Huygensschool. De laatste is met de gemeente in overleg over nieuwbouw. Met andere woorden: Barneveld staat al voor dure investeringen in het onderwijs ter plaatse.
Ambtenaar R. Jongman, hoofd van de afdeling onderwijs, jeugd en sport, ziet de bui al hangen. „Zakelijk gezien lijkt er niets tegen een reformatorische school voor voortgezet onderwijs in Barneveld te zijn, maar waar halen we het geld vandaan? Moet de gemeente straks alles betalen, of willen de scholen zelf ook een duit in het zakje doen? Dat zijn op dit moment open vragen. Maar laten we eerst afwachten wat het ministerie van Onderwijs zegt.”
Als de school er komt, zal die op termijn 800 leerlingen tellen. Het grootste deel ervan (driekwart) bezoekt nu het Van Lodensteincollege in Amersfoort (vmbo, havo en vwo) of Hoevelaken (vmbo). De overigen -leerlingen uit plaatsen als Kootwijkerbroek, Garderen, Ede en Harskamp- gaan op dit moment naar de Jacobus Fruytierscholengemeenschap in Apeldoorn.
Naast het voordeel van minder reizen, heeft de Fruytier nog een argument om in Barneveld te starten. Klein: „Onze hoofdvestiging in Apeldoorn stroomt over. We kunnen de groei van het aantal leerlingen hier niet meer opvangen. Als we in Barneveld zouden mogen beginnen, is dat probleem in één klap opgelost.”
Het is niet de bedoeling dat er een complete school in Barneveld komt. De nevenvestiging zal zich beperken tot de onderbouw. Vanaf de derde klas vmbo en de vierde klas havo/vwo blijven de leerlingen aangewezen op Amersfoort, Hoevelaken of Apeldoorn. Jansen en Klein pleiten voor „een rustige opbouw” van de school. „Starten met de eerste klassen en vervolgens uitbreiden. Dat is het beste voor het onderwijs.”
Het lijkt allemaal logisch, maar er blijven nog genoeg problemen over. Bijvoorbeeld de vraag onder welk bestuur de nevenvestiging komt. Wordt die een Van Lodenstein- of een Fruytier-school? En wie krijgt de leerlingen vanaf het derde respectievelijk vierde leerjaar: Amersfoort/Hoevelaken of Apeldoorn?
De directievoorzitters kunnen de vragen nog niet beantwoorden, maar zijn vol vertrouwen dat er een oplossing komt. „Anders waren we niet samen aan dit plan begonnen”, aldus Jansen. „Het is duidelijk dat het om een unieke samenwerking gaat, die nieuwe vragen oproept”, vult Klein aan.
Ze zeggen het voorzichtig, maar de directievoorzitters hebben 1 augustus 2003 als startdatum in gedachten. „Dat moet wat het ministerie betreft haalbaar zijn, en hopelijk ook in Barneveld.”
Jansen en Klein benadrukken dat ze de protestants-christelijke scholen in Barneveld niet willen beconcurreren. „We gaan geen nieuwe groepen leerlingen aanboren. Onze motivatie is: Breng de school naar de leerlingen, in plaats van dat de leerlingen over grote afstanden naar de school moeten komen.”
De rector van het Johannes Fontanuscollege, drs. B. Ridder, reageert positief op de plannen. „Barneveld is een logische plaats voor een reformatorische school voor voortgezet onderwijs. Als die er komt, hoop ik dat we goede buren worden.”
Ridder verwacht geen uitstroom uit zijn eigen school. „Als dat gebeurt, hebben we als Fontanus iets helemaal verkeerd gedaan. Onze ouders kiezen bewust voor deze school, net als andere ouders bewust kiezen voor reformatorisch onderwijs. Het kan ons best leerlingen schelen, maar het zal zeker geen groot aantal zijn.”
De directeur van de Christiaan Huygensschool, H. van Diermen, wil nog niet reageren. „Er is donderdagavond een bijeenkomst met alle partijen. Dan zullen de initiatiefnemers ons informeren over hun plannen. Dat wacht ik af.”
H. A. van Doorn, directievoorzitter van het Groen van Prinsterercollege, is niet verbaasd over de plannen. „Ik weet dat het Van Lodenstein-bestuur al twee keer eerder in deze regio is bezig geweest: in Lunteren en in Kootwijkerbroek.” Hij vraagt zich af of Ede niet „een minstens zo interessante locatie” is als Barneveld. „Daar wonen ook veel leerlingen die reformatorisch onderwijs volgen.” Als de nevenvestiging in Barneveld er komt, houdt Van Doorn er rekening mee dat het leerlingenaantal op zijn eigen school met 10 procent kan teruglopen.