„Het blijkt een treurige leugen”
DELFT - „Urenlang moeten de feuten in ijswater zitten. Er is een verrijdbare kast waar feuten urenlang in worden opgehangen aan hun polsen (soms met drie man tegelijk). Meisjes zijn duidelijk niet welkom op deze vereniging. Ze worden veelal met ”hoer” aangesproken.”
De commotie over een ontgroening op een Delftse studentenvereniging ontstond door een brief van een vader van een ”feut” (eerstejaars) in NRC Handelsblad. „Mijn zoon slaapt met drie andere jongens op een plank vlak boven 20 centimeter water”, schetste hij het gebeurde. „Vlak boven het matras hangt een camouflagenet met sensoren. Zodra je je een beetje opricht, gaat een felle groene lamp branden om je wakker te maken. Als je je omrolt, val je in het water. Mijn zoon heeft zo een week in een natte slaapzak gelegen. Als de jongens toch in slaap vallen, komen huisgenoten er wel voor zorgen dat ze weer wakker worden. De feuten moeten worden gebroken door zo weinig mogelijk slaap.”De vereniging had volgens de vader een heel ander beeld van de introductietijd geschetst: „Zeven tot acht uur slaap per dag wordt beloofd, er zal geen drank worden geschonken en er wordt zorg en medische bijstand beloofd. Het blijkt een treurige leugen. Het begint met een intocht in de sociëteit: tijgerend over een vloer vol glas, bier en bagger, met het feutenshirt over het hoofd worden de feuten uitgejouwd, toegeschreeuwd en naar beneden getrapt. De kleding van mijn zoon is na vijf minuten kapot. Tijdens een gesprekje krijgt hij een rauw ei in zijn mond geduwd. Met een harde klap op zijn kaak wordt het ei naar binnen geslagen en als hij het waagt het uit te spugen, zal het meisje waar hij naast zit dezelfde behandeling ondergaan.”
De boze vader, die zelf als oud-lid veel betere herinneringen aan het korps bewaart, somde meer pesterijen op. „Er wordt volop geslagen. Alhoewel de feuten flink moeten betalen, is er slechts één waterfles die rondgaat waar iedereen uit moet drinken. Wie ziek is, steekt de ander aan. De feuten worden echter zodra ze lid zijn, wel verplicht drankgelagen van de ouderejaars te betalen.
Aan het begin van de tweede week krijgt mijn vrouw een telefoontje van onze zoon. Hij heeft geen kleren meer, is ziek en heeft het koud: of hij een trui mag kopen? Mijn vrouw gaat er direct naartoe. Wat blijkt: keelontsteking, oorontsteking en een volkomen onherkenbare zoon. Niet alleen lichamelijk is hij gesloopt, maar vooral mentaal. Vernederen en bedreigen, dat is kennelijk nu de manier om loyale leden te krijgen. Het DSC is verworden tot een kweekvijver voor beulen die zich zouden thuis voelen in de Abu Ghraib-gevangenis in Irak.”