Begrensde beveiliging
Eén ding is duidelijk. Ayaan Hirsi Ali blijft de aandacht trekken. Zodra de ex-politica voet op Nederlands grondgebied zet, staat ze in het middelpunt van de belangstelling. Welke burger krijgt het voor elkaar dat binnen drie dagen na aankomst op Schiphol in de Kamer een spoeddebat over zijn of haar persoonlijke situatie wordt gehouden? Juist, alleen Hirsi Ali.
De kwestie waar het nu om gaat, is dat de Nederlandse overheid niet langer wil opdraaien voor de kosten van de beveiliging van Hirsi Ali in Amerika. Na een jaar de lasten te hebben gedragen, vindt de regering het genoeg. Belangrijk argument daarbij is dat het voormalig Kamerlid inmiddels een green card heeft gekregen, en zich daarmee permanent in de VS mag vestigen.Den Haag vindt dat op dat moment de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid voor Hirsi Ali ophoudt en die nu een zaak van de VS is. Probleem is echter dat de Amerikaanse overheid het als regel niet tot haar taak rekent burgers individuele beveiliging te bieden.
Dat sluit aan bij de typisch Amerikaanse mentaliteit dat mensen vooral zichzelf moeten zien te redden. Iedereen moet zelf een afweging maken of hij de risico’s die hij bijvoorbeeld in zijn werk loopt aanvaardbaar acht. Zijn die naar eigen oordeel te groot, dan sluit je een persoonlijke verzekering af of zorg je zelf voor je beveiliging. Daarbij komt ook nog dat in veel Amerikaanse staten mensen makkelijk een wapen kunnen aanschaffen, zij het dat in Washington DC -waar Hirsi Ali woonde- dit juist verboden is. Deze regel geldt voor bijna iedereen. Iemand als de voormalige topdiplomaat en onderhandelaar Henry Kissinger moet het ook doen zonder bodyguards. Alleen oud-presidenten en enkele anderen kunnen hier aanspraak op maken.
Nederlandse burgers hebben recht op bescherming van de Nederlandse overheid. Dat staat vast. Maar het heeft wel grenzen. Een daarvan is dat wanneer mensen zich welbewust blijvend vestigen in een land en daar bepaalde risico’s lopen, de Nederlandse overheid daarvoor niet verantwoordelijk kan worden gesteld. Dan moet men bij verhoogde veiligheidsrisico’s een beroep doen op de autoriteiten in het land waar men zich heeft gevestigd.
Dat de Nederlandse regering de kosten voor de veiligheid van Hirsi Ali nog een jaar doorbetaalde, is in zekere zin nog te verdedigen, omdat onduidelijk was of Hirsi Ali een permanente verblijfsvergunning in de VS zou krijgen. Bekend was dat zij een verhoogd risico liep, zij het dat haar populariteit in Nederland zeker ook heeft meegewogen. Andere opiniemakers die net als Hirsi Ali kritische uitspraken deden over de islam, zoals de voormalige journalist van deze krant Bart Jan Spruyt, moesten hun beveiliging zelf bekostigen. Nog steeds is onduidelijk waarom dit onderscheid wordt gemaakt.
Dat persoonsbeveiliging in Amerika anders is geregeld dan in Nederland, kon bij Hirsi Ali bekend zijn toen ze vorig jaar besloot naar de VS te gaan. En wist zij het niet, dan toch in ieder geval haar nieuwe werkgever, het American Enterprise Institute. Zij had er daarom goed aan gedaan dit aspect mee te nemen in haar afweging. Ze kan niet tot in lengte van jaren in de VS wonen en rekeningen naar Den Haag sturen.