Wie loofhut veracht, verwerpt de zegen
De viering van het Loofhuttenfeest in Jeruzalem laat volgens dr. G. H. Cohen Stuart zien hoe absurd de beschuldiging is dat Israël een apartheidsstaat zou zijn.
Woensdag eindigt het Loofhuttenfeest (Soekot), dat dit jaar begon op woensdagavond 26 september. Op platte daken, balkons, in tuinen van Joden wereldwijd stonden de hutjes met een dak van plantaardig materiaal, zodat je er de hemel door kunt zien. Een herinnering aan de veertig jaar zwerven door de woestijn. Maar ook nu ben je afhankelijk van Gods genade.Over het algemeen hebben alleen religieuze Joden een soeka, loofhut. Religieus of niet, iedereen geniet van de unieke sfeer van het zeven dagen durende feest. Je gaat bij elkaar op bezoek. Iedereen nodigt vrienden en vaak ook vreemden uit in de soeka.
Samenhang
Het feest benadrukt de onderlinge verbondenheid van het Joodse volk. Die wordt tot uitdrukking gebracht in de loelav. Leviticus 23:40 schrijft voor dat ieder het Loofhuttenfeest moet vieren met een speciaal ’boeket’. Volgens rabbijnse uitleg behoort het te bestaan uit de citrusvrucht etrog, een palmtak, drie takken van de mirt en twee van de beekwilg. Volgens een oude verklaring representeert het boeket Israël. Er zijn Joden die als de etrog geur en smaak hebben: mensen die Gods Woord, de Thora, kennen en doen. Andere Joden lijken op de palmtak zonder geur maar met smaak: zij kennen misschien de Thora niet, maar doen wel Gods wil. Er zijn ook Joden als de mirt, geurig maar smakeloos: zij weten precies wat God van hen verwacht, maar doen het niet. Ten slotte zijn er Joden als de beekwilg, zonder geur of smaak, ze weten niets en doen nergens aan. Op het Loofhuttenfeest houd je ze samen in één hand, want ze vormen met elkaar het volk Israël. Met ieder van hen heeft God het verbond op Sinaï gesloten. Niet wij maken uit wie er wel of niet bij hoort, of hij nu religieus is of niet. De bundel omvat geheel het volk Israël.
Het gemeentebestuur van Jeruzalem ging dit jaar tijdens de viering van Soekot nog een stap verder. Op het plein voor het gemeentehuis wordt ieder jaar een loofhut gebouwd met een ander thema. Dit jaar was het thema van de 1000 vierkante meter grote loofhut ”soeka soekkaria”. Soekkaria is het Hebreeuwse woord voor zoetigheid, snoep. Twee ton zoetigheid is verwerkt in de bouw van de loofhut. Tweeënhalve ton is beschikbaar als traktatie voor kinderen die in de gemeentelijke soeka op bezoek komen. Alle kinderen met hun ouders zijn welkom: Jood, moslim of christen. Moslimkinderen kunnen tijdens de ramadan overdag snoep halen en ’s avonds opeten. Ook christelijke gezinnen zijn van harte welkom. Begeleidende ouders worden gecontroleerd op explosieven of wapenbezit, ook de Joodse bezoekers.
Onopgeefbaar
Wie de bonte stroom bezoekers ziet, begrijpt hoe absurd de beschuldiging is dat Israël een apartheidsstaat zou zijn. Dit valse argument gebruiken sommigen in de PKN om de onopgeefbare verbondenheid met Israël uit de kerkorde te schrappen. Het gaat ook in de kerk primair om Gods onopgeefbare verbondenheid met Zijn volk. Geënt op de stam van de edele olijf zijn wij afhankelijk van Gods verbond met Zijn volk. Wie nu in Jeruzalem de loofhut veracht, verwerpt de zegen van dit tastbare en proefbare feest voor alle volkeren (Zacharia 14) en mist de schaduw van „de loofhut van Uw vrede”, waarvan het synagogale gebed spreekt.
De auteur was van 1982-1994 theologisch adviseur in Jeruzalem voor de Nederlandse Hervormde Kerk.