Volgens het Pentagon is de daling van het aantal slachtoffers in Irak „mogelijk” toe te schrijven aan de „nieuwe strategie” van de Amerikaanse troepen. Het Amerikaanse leger verloor vorige maand 64 militairen (het laagste aantal sinds juli vorig jaar), terwijl er aan Iraakse kant (onder burgers, politie en veiligheidstroepen) 988 slachtoffers vielen. Dit laatste getal is volgens het persbureau Associated Press een „minimum”, omdat tal van dodelijke slachtoffers niet worden gemeld bij de autoriteiten.Niettemin was het dodental onder Irakezen niet zo laag sinds juni vorig jaar. Volgens analist Anthony Cordesman van het Center for Strategic and International Studies in Washington (DC) is enige voorzichtigheid geboden bij de analyse van deze cijfers. „Het betreft hier de cijfers over één enkele maand en dat is nog geen trend. Verder mag men niet vergeten dat de sjiitische leider Moqtada al-Sadr een eenzijdig staakt-het-vuren heeft afgekondigd om zijn militia (het Mahdileger) te reorganiseren. Dat kan hebben bijgedragen aan de daling van het geweld”, aldus Cordesman.

Tegenover de positieve cijfers uit Irak staan negatieve cijfers uit Afghanistan. Daar is de fundamentalistische talibanbeweging weer in opmars en dat gaat gepaard met toenemend geweld. Dat blijkt uit de laatste cijfers die maandag gemeld werden in een halfjaarlijks rapport van de VN-vertegenwoordiging in Kabul.

Daaruit blijkt dat het aantal terroristische incidenten (militaire confrontaties, bomaanslagen, zelfmoordaanslagen, politieke moorden) per maand is gestegen tot 525 tegenover 425 per maand vorig jaar. Na een aantal bloedige nederlagen laten de talibanstrijders het nu minder aankomen op confrontaties met NAVO-troepen. In plaats daarvan concentreren zij zich meer op aanslagen, politieke moorden en gewelddadige intimidaties. Volgens het VN-rapport dreigt 2007 het meest gewelddadige jaar in Afghanistan te worden sinds de Amerikaanse troepen hun operaties begonnen na de septemberaanslagen in 2001. Het VN-rapport is beduidend minder optimistisch dan de Afghaanse premier Hamid Karzai die vorige week in New York verklaarde dat er in zijn land „vorderingen worden gemaakt.”