Dat blijkt uit een rapport van de Conferentie inzake Handel en Ontwikkeling van de Verenigde Naties (Unctad). Het rapport laat volgens de VN-organisatie duidelijk zien in hoeverre landen erin slagen buitenlandse investeerders aan te trekken en welk potentieel ze wat dat betreft hebben.

De onderzoekers hebben de omvang van de buitenlandse investeringen in een land afgezet tegen het bruto binnenlands product (bbp) van dat land, op basis van cijfers over de jaren 1998-2000. In België en Luxemburg worden relatief de meeste investeringen gedaan. Hongkong staat op de tweede plaats en Angola is derde. Op een lijst van 140 landen neemt Nederland de zevende plaats in. Suriname staat helemaal onderaan. De Verenigde Staten zitten in de middenmoot. Hoewel Amerika het favoriete land was van buitenlandse investeerders -met 124 miljard dollar-, staat het door de koppeling van investeringsomvang aan bbp slechts op de 74e plaats.

De landen die het hoogst scoren, hebben een veel groter aandeel in de instroom van buitenlandse investeringen dan in de wereldproductie (het totale bbp). Westerse landen en ontwikkelingslanden staan in de ranglijst kriskras door elkaar.

De afname van de directe buitenlandse investeringen in 2001 deed zich vooral in de rijke landen voor. De daling daar met 59 procent is voornamelijk een gevolg van het afnemen van het aantal internationale fusies en overnames door de wereldwijde economische malaise. De investeringen in ontwikkelingslanden liepen met 14 procent terug.