Zuid-Holland krijgt steun in ‘strijd’ om RijnGouwelijn
DEN HAAG - De Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland hebben brede steun gekregen in hun ’strijd’ met de gemeente Leiden om de RijnGouwelijn (RGL).
De Statencommissie Mobiliteit, Kennis en Economie (MKE) adviseerde vrijdag om desnoods de doorzettingsmacht in te zetten om de lijn door het centrum van Leiden te laten lopen. Bij een doorzettingsmacht mag de provincie de gemeente overrulen.De RijnGouwelijn moet in de toekomst de steden Gouda, Alphen aan den Rijn, Leiden en verschillende kustplaatsen met elkaar verbinden. De inwoners van Leiden keerden zich op 7 maart in een referendum echter tegen de komst van de lightrailverbinding. Volgens de provincie is het traject van grote regionale waarde en staat Leiden dit belang in de weg door de plannen te dwarsbomen.
Zuid-Holland zette Leiden vorige week voor het blok. Als de gemeente niet voor 17 oktober met een alternatief tracé komt, zet de provincie de doorzettingsmacht in.
De Statencommissie schaarde zich vrijdag grotendeels achter dit standpunt. De partijen waren het er wel over eens dat een ultieme poging gedaan moet worden om met Leiden tot een overeenkomst te komen. Lukt dit niet, dan mag de provincie desnoods met dwang het traject door het Leidse centrum doordrukken. Alleen SP en D66 leverden forse kritiek op het ultimatum dat de provincie stelde. Zij zien meer in de plannen van de gemeente Leiden.
De Leidse verkeerswethouder J. Steegh stelde vier maanden na het referendum voor om in plaats van de lightrail een buscorridor aan te leggen in de stad. Dat was voor de provincie geen optie, omdat dit niet voldoet aan de uitgangspunten die voor de RijnGouwelijn zijn vastgesteld.
Als Zuid-Holland de doorzettingsmacht inzet, dan zou de lijn in 2015 gereed kunnen zijn, zes jaar later dan gepland. De kosten voor het project zijn geraamd op bijna 300 miljoen euro. Het Rijk draagt bijna de helft daarvan bij.