Kerk & religie

Bouwen aan een huis van liefde

APELDOORN - Het keerpunt in zijn leven was de bereidheid om Joden te vergeven, te vergeten de ellende die zij hem brachten. De Arabische predikant George Kazoura zet zich nu in om de misère van straatkinderen te veranderen in liefde en vrede. Deze week was hij op uitnodiging van Christenen voor Israël in Nederland om fondsen voor een nieuw kindertehuis te werven.

28 September 2007 19:42Gewijzigd op 14 November 2020 05:08
APELDOORN – De Arabische predikant George Kazoura wil een nieuw kinderthehuis in Rama bouwen. Deze week was hij in Nederland op uitnodiging van Christenen voor Israël. Foto RD, Anton Dommerholt
APELDOORN – De Arabische predikant George Kazoura wil een nieuw kinderthehuis in Rama bouwen. Deze week was hij in Nederland op uitnodiging van Christenen voor Israël. Foto RD, Anton Dommerholt

Jarenlang moest hij niets van Joden hebben, zegt Kazoura. „Tijdens de stichting van de Joodse staat in 1948 woonde ik met mijn familie in Haifa, een havenstad in Noord-Israël. De Arabische leiders adviseerden de bevolking de stad te verlaten. Ook wij vertrokken, naar Nazareth. Maar toen we een maand later weer naar ons oude huis terug wilden, bleek het bewoond te zijn door een Joodse familie. We stonden op straat.”De toen vijfjarige George wordt boos op de God van zijn rooms-katholieke vader. „Hoe kan een God van liefde mensen op straat zetten?”

De familie keer terug naar Nazareth en bouwt daar een huis van 25 vierkante meter groot, bestaande uit één ruimte. Voor een gezin van acht personen.

Communisme
Als de ouders van George in 1952 tot bekering komen, wil hij daar niets van weten. „Ik probeerde op allerlei manieren de Joden te benadelen, omdat ik ze haatte. Communisme en atheïsme spraken me veel meer aan. Jaren later, in 1961, nodigden mijn ouders me uit een opwekkingsbijeenkomst in Nazareth bij te wonen. Ik besloot mee te gaan, maar met de bedoeling die te verstoren. Maar, de bijeenkomst wekte juist verwondering bij me op. En, eenmaal thuisgekomen, kreeg ik van mijn moeder twee Bijbelteksten mee. Die grepen me erg aan.”

George belijdt zijn zonden voor God en begint de Bijbel te lezen, die hij na tien maanden uit heeft. Toch vindt hij geen troost. „Ik las de Bijbel met het communisme in mijn gedachten. Het kwam zelfs zover dat ik terugwilde naar deze ideologie.”

Na vier dagen begint hij opnieuw de Bijbel te lezen. Als hij bij Genesis 12:3 is, vraagt hij God om een bewijs van Zijn bestaan. „Na een tijdje voelde ik een hand op mijn schouder. Ik hoorde een stem: „Ik ben Jezus, de Zoon van God. Ben je bereid de Joden te vergeven voor het feit dat ze je huis afnamen?”

„Nee”, zei ik. Toen vertrok Hij weer.”

Kazoura pauzeert even. „Toch ben ik naar Haifa gegaan om de Joden die in mijn oude huis woonden te vergeven. Er viel een pak van 150 kilo haat en bitterheid van me af. Sindsdien heb ik leren vergeven en vergeten.”

Zwitserland
In 1966 gaat Kazoura naar Zwitserland voor een vijfjarige theologiestudie. Als hij terugkomt, gaat hij als schilder de kost verdienen. In zijn vrije tijd dient hij als predikant diverse gemeenten.

Als in Libanon in 1975 een burgeroorlog uitbreekt, brengt Kazoura de Libanese bevolking voedsel, dekens en medicijnen. Een jaar lang rijdt hij heen en weer, van Nazareth naar de Libanese grens.

„Toen ik op een dag via Rama reed, werd me duidelijk dat God wilde dat ik hier als predikant zou gaan werken. Rama ligt in het midden van Galilea en wordt omgeven door zo’n 150 kleine dorpen - allemaal dorpen waar geen kerk is. Hier moest ik het Evangelie brengen.”

Kazoura verhuist in 1977 naar Rama. Als hij er voor het eerst gaat preken, wordt hem gezegd dat er zeventig leden zijn. „Ik luidde zondags de klok, wachtte, maar er kwam niemand.”

In tien jaar tijd groeit de gemeente tot vijfentwintig leden. Om meer mensen te bereiken, bezoekt de predikant de dorpen rondom Rama. „Ik merkte echter dat de mensen niet zomaar geloven wat je zegt; ze willen wonderen zien. En God werkte die ook. Zo was er een 65-jarige vrouw die aan kanker leed. Volgens de artsen had ze nog één week te leven, maar Hij genas haar. ”Genezen door een wonder”, schreven de artsen toen op haar ontslagbrief.”

Uit de omliggende dorpen sluiten 35 moslimfamilies zich bij de gemeente aan. De verhouding tussen Joden en moslims is soms moeilijk, erkent de predikant. „Bovendien is er in de samenleving veel tegenstand tegen christenen. Maar, het geloof geeft kracht om dit te dragen. Tegelijkertijd merk ik dat Joodse en Arabische christenen zich één weten. Ze zijn leden van één lichaam.”

Liefde en vrede
In Rama komt Kazoura ook in aanraking met ernstige problemen onder straatkinderen. „Sommige sliepen op begraafplaatsen en onder bussen. Voor hen moest ik een huis bouwen, maar ik reageerde net als Mozes: Ik kon het niet. Maar God liet mij zien dat ik moest geloven en gehoorzamen.”

Na tien jaar bidden en vasten begint de bouw. In 1992 komen de eerste kinderen in het tehuis, dat de naam ”Huis van Liefde en Vrede” krijgt. Twee jaar later erkent de Israëlische overheid het huis, waardoor het ook subsidie krijgt. „Dat bedrag is te weinig, maar door giften komt er iedere maand genoeg geld”, aldus Kazoura, die directeur van het tehuis is. Er wonen nu vijf meisjes en tien jongens.

„Tijdens de oorlog afgelopen jaar was het gevaarlijk in het tehuis in Rama”, zegt Kazoura. „Het gebouw heeft maar één schuilkelder, terwijl elke verdieping een schuilplaats zou moeten hebben. De kinderen moesten soms twintig tot dertig keer per dag naar de kelder.”

De overheid wilde het tehuis sluiten. Kazoura voorkwam dit en hij is nu van plan een nieuw tehuis te bouwen, dat onderdak moet bieden aan 45 kinderen.

Hij haalt de bouwplannen uit zijn tas, wijst een voor een de verschillende kamers aan. Nieuwe slaapkamers zijn er nodig, evenals een computerruimte, een muziekkamer en een sporthal. Op elke verdieping staat een ’schuilkelder’ gepland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer