Binnenland

„Niet homo’s zijn fel, maar christenen”

AMSTERDAM - Hij pleit voor een open debat tussen gelovigen en de homobeweging. Maar in de discussie die volgt na zijn lezing over opvattingen van orthodoxe gelovigen ten aanzien van homoseksualiteit wordt hoofdredacteur Peter Bergwerff van het Nederlands Dagblad (ND) van alle kanten besprongen. Voor een fatsoenlijk gesprek is nauwelijks ruimte. „U laat de Bijbel buikspreken.”

Van onze verslaggever
28 September 2007 11:02Gewijzigd op 14 November 2020 05:08

Een beter moment voor een discussie deze donderdagavond in het Verzetsmuseum Amsterdam lijkt er niet. Met de ophef rond uitlatingen over homoseksualiteit van het ChristenUnieraadslid Lont in het ND -„Ja, God haat deze zonde, en het verdient de ’geestelijke’ dood” - nog vers in het geheugen, zijn zo’n honderd belangstellenden afgekomen op de eerste Anton de Komlezing van het Verzetsmuseum Amsterdam en Art. 1, de landelijke vereniging ter voorkoming en bestrijding van discriminatie.In zijn lezing wijst Bergwerff zowel gelovigen als homoseksuelen op hun minderheidspositie. „Dat zou op z’n minst kunnen leiden tot meer begrip voor elkaars positie.” De ND-hoofdredacteur maakt in zijn betoog duidelijk dat kritiek op homoseksualiteit door gelovigen geen strafbare discriminatie is, maar geheel valt onder het recht op vrije meningsuiting. „Iedere burger moet in gelijke mate een beroep op de grondrechten kunnen doen.”

Vijand

Herman Meijer, voorzitter van het bestuur van Art. 1 én voorzitter van de Dialoog Adviesraad over homoseksualiteit, religie, levensbeschouwing en ethiek, betwist de visie van Bergwerff dat zowel homoseksualiteit als godsdienst een gevolg is van een bepaalde keuze. „In die gelijkstelling zit een hoge mate van vergissing. Mensen worden geboren met een homoseksuele aanleg, maar godsdienst is een kwestie van aangeleerd gedrag. Dat verklaart juist de felheid waarmee homo’s reageren op gelovigen. Zij hebben wel enig historisch besef om te weten waar de vijand zit. Het verzet tegen het feit om te mogen zijn wie je bent, is geboren in orthodox-religieuze kring.”

Meijer wordt een tikkeltje feller. „Orthodoxe christenen negeren een reeks spijswetten uit het Oude Testament, maar de teksten over mannelijke bijligging weer niet. Ze halen wel de geschiedenis van Sodom aan, maar niet de prachtige liefdesgeschiedenis tussen Jonathan en David. Er is duidelijk sprake van selectief tekstgebruik door gelovigen. Het is onzinnig om in de Bijbel uitspraken over homoseksuelen te lezen, net als over reageerbuisbevruchting, orgaantransplantatie of chemokuren.”

Artikel 1 van de Grondwet heeft ook een doorwerking naar de relatie tussen ouders en kinderen, stelt Meijer. „Als kinderen te horen krijgen dat God niet wil dat zij een homoseksuele relatie aangaan, terwijl het heteroseksuele kind zijn geaardheid wel vorm mag geven, is er misschien toch sprake van gezagsmisbruik en ongelijke behandeling. Het gaat hier niet om een keuze tussen dit eten of dat eten, maar over eten en niet eten en dus van uithongering.”

Militant

In de discussie die volgt met de zaal, krijgt Bergwerff het zwaar te verduren. Hij krijgt nauwelijks gelegenheid om zich uit te spreken, maar wordt voortdurend onderbroken. „Meneer Bergwerff, als u uzelf serieus neemt, staat toch in uw Boek dat er geen jota en tittel van de wet voorbij zal gaan?” „U laat de Bijbel buikspreken”, roept een tweede. Een derde: „Wij willen in verdraagzaamheid leven, maar u heeft niet het recht te zeggen dat mijn leefstijl niet deugt. Daar knok ik voor, zelfs op een militante manier.” Weer een ander: „Christenen verklaren mij ziek.”

Ook cultuurhistoricus Thomas von der Dunk vaart uit tegen Bergwerff. „Niemand verhindert u uw geloof in het openbaar te uiten, maar mijn probleem met zowel het christendom als de islam is, dat zij universele pretenties hebben. Ondertussen zijn veel homo’s wel door christenen vervolgd. Daarom is het niet om het even wie wat zegt over homo’s. Een dominee is niet zomaar iemand, maar mag geacht worden enige kennis te hebben.”

„Schaf het bijzonder onderwijs af”, schreeuwt een vrouw uit de zaal. Applaus is haar deel. COC-voorzitter Van Dalen mengt zich eveneens in de discussie. „Wat mij opvalt is de felheid van het debat in christelijke hoek. Niet homo’s zijn fel, maar christenen.”

Dan staat een „reformatorische homo” op. „Ik voel me in mijn kerk meer thuis als homo dan dat de homokring mij accepteert als christen.” Even lijkt de zaal in verwarring, maar voorzitter Meijer van Art. 1 krijgt het laatste woord. „De Nederlandse orthodoxie moet zich ontdoen van zijn eigen homofobie.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer