Noodoproep VN boekt weinig resultaat
KAMPALA - VN-organisaties die proberen hulp te verlenen aan de naar schatting 1,5 miljoen slachtoffers van wateroverlast in grote delen van Midden-Afrika klagen dat noodoproepen aan de internationale gemeenschap veel te weinig opleveren. Achter de schermen is er echter kritiek op bedragen en aantallen slachtoffers.
Bij verschillende noodoproepen de afgelopen maanden is bij elkaar opgeteld 85 miljoen dollar gevraagd voor hulp aan twee van de getroffen landen, Uganda en Sudan. Daarvan zou nog maar 1 miljoen dollar zijn binnengekomen. Ook oproepen voor andere getroffen gebieden leveren onvoldoende geld op.Dat was dinsdag te lezen in een nieuwsbericht van de VN-nieuwsdienst in New York. Daarbij moet worden opgemerkt dat er al wel meer geld is beloofd. Nederland heeft bijvoorbeeld 11 miljoen euro toegezegd, waarvan 2 miljoen bedoeld is voor Uganda en 7 miljoen voor het zwaar getroffen Sudan. Ook de Europese Unie heeft een bedrag van 11 miljoen euro toegezegd voor hulp in de getroffen gebieden.
Wie een poging doet om inzicht te krijgen in bedragen die nodig zouden zijn voor hulpverlening, komt terecht in een ondoorzichtig woud van cijfers. Naast VN-organisaties die noodoproepen doen voor direct getroffen slachtoffers van de wateroverlast doen andere VN-organisaties oproepen voor andere noden in dezelfde gebieden. Zo klaagt de Wereldvoedselorganisatie van de VN bijvoorbeeld dat een oproep voor voedselhulp voor 300.000 waterslachtoffers en 1,4 miljoen ’gewone’ vluchtelingen in Noord-Uganda nog geen cent heeft opgeleverd.
Los van VN-organisaties vragen hulporganisaties om geld voor hun eigen noodprogramma’s voor slachtoffers van de wateroverlast. In Nederland heeft behalve het Rode Kruis ook Cordaid/Mensen in Nood een gironummer geopend waarop Nederlanders geld kunnen storten. Sommige particulieren met banden in Afrika zijn lokale inzamelingsacties gestart.
Het wordt nog onduidelijker doordat er geen overeenstemming is over aantallen slachtoffers van de wateroverlast. In de jongste noodoproep vanuit Uganda is sprake van 300.000 mensen die zwaar te lijden zouden hebben. Door overstromingen zouden zij hun huizen zijn kwijtgeraakt en hun oogst zou verloren zijn gegaan. Niet iedereen is het eens met de genoemde aantallen slachtoffers. De kritiek wordt echter niet openlijk geuit. In de wereld van de hulpverlening kent iedereen elkaar en elkaar openlijk bekritiseren wordt niet op prijs gesteld. Op basis van anonimiteit willen hulpverleners en diplomaten wel kwijt dat zij de genoemde bedragen en aantallen slachtoffers overdreven vinden.
Een directeur van een hulporganisatie zegt: „De problemen met wateroverlast zijn opgeblazen. Overstromingen doen zich hier echt wel vaker voor. Dit jaar zijn de gevolgen ernstiger dan normaal, maar niet zo ernstig dat er miljoenen nodig zijn om het op te lossen.” Een diplomaat van een Europese instelling zegt dat een aantal van 150.000 zwaar getroffenen dichter bij de waarheid zou zitten dan 300.000. Weer een ander denkt dat de gevraagde bedragen nooit binnen zullen komen. „Kijk maar naar de huidige toezeggingen. Enkele miljoenen van de Europese Unie, een behoorlijke toezegging van Nederland, maar landen zoals Amerika en Australië zeggen slechts enkele honderdduizenden dollars toe. Daar kom je er natuurlijk nooit mee.”
Het beeld in de hulpverleningswereld in het West-Afrikaanse land Ghana is vergelijkbaar met dat in Uganda. Ook in Ghana vraagt de regering om internationale hulp, ook daar heeft de regering de noodtoestand uitgeroepen in getroffen gebieden en zijn er kleinere hulporganisaties die al jarenlang actief zijn en zeggen dat zij geen noodzaak zien voor dergelijk grootschalig ingrijpen. Regeringen van de getroffen landen zeggen juist hulp voor de langere termijn nodig te hebben om bruggen, scholen en klinieken te herstellen. Daarnaast moeten mensen nieuw zaaigoed krijgen, zodat zij hun boerenbestaan weer kunnen opbouwen.
Ondertussen slapen duizenden Ugandezen nog op de grond in scholen en andere opvangcentra, nadat hun modderhutten door het water zijn ingestort. Schrijnend in Uganda is dat veel van de getroffen mensen, hoeveel dat er dan ook zijn, hun eerste oogst hebben verloren. De afgelopen twintig jaar werd het noorden van Uganda geteisterd door een fanatieke rebellenoorlog. Bijna 2 miljoen mensen woonden daardoor de afgelopen jaren in vluchtelingenkampen.
Sinds vorig jaar vinden er veelbelovende vredesbesprekingen plaats. Daarom durfden honderdduizenden vluchtelingen dit jaar voor de eerste keer terug te keren naar hun dorpen. Zij kregen zaaigoed van de regering en hulporganisaties. Een paar weken voor de eerste oogst rotten nu hun gewassen weg in de drassige grond. Veel van deze vluchtelingen zijn gedwongen weer hun hand op te houden voor voedselhulp. Als er tenminste geld genoeg binnenkomt om die hulp te blijven verlenen.