Israël tegelijk natie en religie
Het verbond van God met Israël hangt niet af van de gehoorzaamheid van het Joodse volk, stelt dr. ir. J. van der Graaf. Hij gaat mede namens dr. M. van Campen, dr. W. de Greef en dr. H. C. van der Meulen in op de reactie van dr. H. Veldhuis (zie RD van zaterdag) op hun open brief.
Ook wij zijn dankbaar dat de bezinning op onze verhouding tot Israël door onze open brief aan dr. Veldhuis weer een krachtige impuls heeft gekregen. We zijn hem eveneens erkentelijk dat hij op enkele punten zijn visie heeft verduidelijkt. Hij vecht de rechtmatige stichting van de staat Israël bijvoorbeeld niet aan. Niettemin plaatst hij zich achter de theologie van dr. Naïm Stifan Ateek, de stichter van Sabeel. Zonder te gaan analyseren wat ”bevrijdingstheologie” inhoudt, moet toch wel de Palestijnse context ervan bij Ateek helder worden. Ook hij heeft namelijk zijn landbelofte. Hij baseert die op de wijngaard van Naboth. Die wijngaard is door Israël in 1948 wederrechtelijk in bezit genomen. Intussen is Israël, weet Ateek, niet meer uit de regio weg te denken. Om pragmatische redenen is hij daarom bereid aan Israël gastrecht te verlenen in het land waar de Palestijnen historisch en principieel recht op hebben. Dat nu mag een wankele basis heten.Verder is er bij Ateek volstrekt geen sprake van enige in de Schrift gewortelde ”onopgeefbare verbondenheid” met Israël. Dat is ondergetekende al jaren geleden gebleken in een lange persoonlijke ontmoeting met Ateek in Jeruzalem. Dat blijkt ook uit zijn boek ”Justice, and only justice. A palestinian Theology of Liberation”. Trouwens, ik waag de boude veronderstelling -in reactie op de vraag welke contacten wij met Palestijnen onderhielden- dat ik aanmerkelijk meer Palestijnse christenen (en niet alleen christenen) heb ontmoet dan dr. Veldhuis. Zou hij echt met hen kennismaken, dan zou hij merken dat de vervangingstheologie er bij hen diep inzit. Zij zullen in onze verhouding tot Israël onze wegwijzers niet zijn. Juist het omgekeerde!
Etnisch
Maar dan opnieuw de kwestie van verbondenheid met Israël op zich. Hier wordt dr. Veldhuis naar ons oordeel in zijn reactie diffuus. Gods blijvende verkiezing raakt het hele etnische Israël zegt hij (nu). Maar wie heeft gezegd dat die verkiezing berust op „etnische eigenschappen”? Wij niet. In het Oude Testament is er regelmatig sprake van dat het volk zich uit het verbond lijkt te zondigen, ontrouw als het wordt aan de Thora. Daarom zijn er de ballingschappen en lijkt het volk soms op de nominatie te staan om verworpen te worden. En dan nog zegt God dat Hij Jeruzalem (concreter kan het niet) nóg zal verkiezen (Zach. 1:17, 2:12). Op die lijn van het (zijn) volk (Rom. 11:1) gaat ook Paulus verder en spreekt hij over „beminden om der vaderen wil” vanwege de verkiezing. En dat terwijl hij hen „vijanden aangaande het evangelie” noemt. Spreekt Paulus hier over een wetsgetrouw deel van het volk? Maar ook al zou het wetsgetrouw zijn, dan spreekt hij nochtans over de diepe kloof tussen zijn geloof in Christus en de wetsbetrachting van de Joden (Rom. 3:21v). Als Veldhuis alleen van „bijzondere geloofsverbondenheid” wil spreken wanneer er sprake is van „gedeeld geloof en gedeelde Schrift”, reduceert en versmalt hij de boodschap van Paulus. Hij maakt het verbond voorwaardelijk, afhankelijk van gehoorzaamheid.
„Israël is tegelijk natie en religie” staat er boven dit artikel. De uitspraak is van wijlen dr. Sam Gerssen -gezegende nagedachtenis- die een Schriftgebonden pionier mag worden genoemd inzake de bezinning op de ”onopgeefbare verbondenheid” met Israël. De verkiezing van het etnische Israël sloot ook in, zei hij, dat kleine stukje strookje land aan de Middellandse Zee, dat hun tot „een eeuwige bezitting” werd beloofd (Gen. 17:8). Zoals God met Israël handelde, wilde Hij met geen volkeren handelen (Psalm 147:19, 20). Hier ligt de wortel van de ergernis aangaande de verkiezing. Ooit werd Gerssen in de hervormde synode vanuit de Raad voor de Verhouding van Kerk en Israël tegengeworpen: „Elke vorm van antisemitisme is ons vreemd.” Waarop Gerssen repliceerde: „Dan kent u uw eigen hart niet.”
Palestijnse kwestie
Zo staat de kerk tot Israël in een unieke verhouding, anders dan tot de Palestijnen. Juist echter vanwege het feit dat we als kerk zo dicht bij Israël staan, kunnen we niet buiten de politieke context om. Israël zal, juist ook vanwege de Thora, recht doen aan de Palestijnen, tot en met de bevordering van een Palestijnse staat. Maar Israël is nog steeds omgeven door een haag van antisemitisme. En wij moeten er wel rekening mee houden dat zich vandaag alom „links antisemitisme” openbaart (Martin van Amerongen), dat zich richt op het volk in het land van de vaderen. Wat is dan ”justice”? Over juist ook deze punten willen we graag verder het publieke debat aangaan, ook met dr. Veldhuis. Maar wel vanuit onze onopgeefbare verbondenheid met Israël.
De auteur is oud-algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond.