Leerdams college investeert in glas
LEERDAM - Leerdam zou zich meer moeten profileren als glasstad. Daarom wil het college van B en W van de gemeente Leerdam 1 miljoen euro bijdragen aan de renovatie en uitbreiding van het Nationaal Glasmuseum aan de Lingedijk.
Dat maakte het college maandag bekend.Het gemeentebestuur vindt dat Leerdam beter moet profiteren van zijn toeristische en cultuurhistorische kwaliteiten. Het college noemt die kwaliteiten uniek en denkt dat Leerdam als glasstad meer economisch voordeel moet kunnen halen uit de circa 70.000 toeristen die het Glascentrum aan de Zuidwal en het Nationaal Glasmuseum aan de Lingedijk jaarlijks aandoen.
Daarom gaat het college komende maand de plaatselijke politiek voorstellen fors te investeren in het bestaande pand van het Nationaal Glasmuseum en de aankoop van het monumentale buurpand Lingesigt aan de Lingedijk.
Woningcorporatie CWL investeert 1,6 miljoen. Met de totale investering van 2,6 miljoen willen college en CWL de al veel langer bestaande renovatie- en uitbreidingsplannen van het museum mogelijk maken. „Het college vindt het behoud van het Glasmuseum van groot economisch belang voor de stad. Het museum draagt in hoge mate bij aan het imago van Leerdam Glasstad”, aldus B en W in een persbericht.
Als de gemeenteraad in oktober akkoord gaat met de investering, kunnen museum en Glascentrum -die per 1 januari gaan fuseren- de komende jaren hun plannen verwezenlijken. Stemt de raad niet in, dan moet de begroting van beide glasinstellingen drastisch worden aangepast.
Het financieel ondersteunen van het plaatselijke glas past in het collegebeleid om de bestaande toeristische attracties beter uit de verf te laten komen en met elkaar te verbinden. Uiteindelijk doel is om een rondje Leerdam te realiseren, waardoor toeristen langer in de stad zullen blijven. Dat kan onder meer worden gerealiseerd door een betere verbinding te maken tussen binnenstad en Nationaal Glasmuseum.
De provincie heeft laten weten dat men in de toekomst bereid is de toeristische infrastructuur te subsidiëren.
Onderzoek wijst uit dat het Nationaal Glasmuseum financieel gezond is. Zelfs na de geplande subsidie zorgt men zelf voor 50 procent van de benodigde inkomsten. Het gemiddelde voor andere musea ligt op 30 procent.