De belangrijkste verdenking is de export naar Zweden van sterk verontreinigde houtsnippers voor alternatieve energieopwekking. Tegen een 34-jarige handelsagent uit het Noord-Hollandse Berkhout eiste de officier 100.000 gulden boete en zes maanden voorwaardelijke celstraf. De man regelde de contracten met de Zweedse afnemers en zou GP Groot hebben aangezet tot de fraude.

Tegen drie direct betrokkenen bij GP Groot eiste de aanklager boetes variërend van 25.000 tot 75.000 gulden en voorwaardelijke celstraffen van drie tot zes maanden.

De zaak kwam aan het rollen door een grootschalige milieucontrole op vervoer van afval in 1998. De autoriteiten stuitten op vrachtwagens met verkeerde laadpapieren. Dat leidde naar een boot in de haven van Beverwijk, waar de met zware metalen vervuilde houtsnippers werden aangetroffen.

VROM
GP Groot Recycling BV nam volgens justitie het vervuilde afvalhout in tegen een te lage prijs en verscheepte het zonder het te scheiden naar Zweden. De rol van de ontvangers in Zweden noemde Groenhuis „geen fraaie”.

„Men schrok van de kwaliteit, maar hield dat verborgen voor de Zweedse overheid, omdat het anders einde oefening zou zijn. Dat in strijd met het contract werd geleverd, deerde kennelijk niet. Zo werd de te lage innameprijs lucratief en werd het Europese milieu slachtoffer van winstbejag”.

Groenhuis haalde tevens fel uit naar het ministerie van VROM, dat volgens de officier van justitie bij het afgeven van de vergunningen aan GP Groot een eigen interpretatie zou hebben gegeven aan de Europese regelgeving.

De advocaten houden vrijdag en maandag hun pleidooi in deze zaak. De uitspraak is 21 december.