Dat heeft prof. dr. A. van de Beek, decaan van de faculteit godgeleerdheid, zaterdag desgevraagd meegedeeld.Janse (1956) gaat onderzoek doen naar de geschiedenis van de Reformatie. Ook neemt hij deel aan de kritische uitgave van de brieven van Johannes Calvijn, een VU-project waarvan in 2005 het eerste deel verscheen.

De benoeming van Janse gaat op 1 januari 2008 in. Tot maart 2010 valt hij onder verantwoordelijkheid van de huidige hoogleraar kerkgeschiedenis, prof. dr. C. P. M. Burger, die dan met emeritaat gaat. Met deze constructie is er volgens prof. Van de Beek twee jaar lang „extra ruimte voor onderzoek, met name voor onze Calvijnprojecten.”

Janse is momenteel universitair docent geschiedenis van het christendom (500-1650) in Leiden en sinds 2003 bijzonder hoogleraar aan de VU, met als leeropdracht de geschiedenis van de Reformatie. Deze leerstoel, die voorheen werd bezet door dr. W. Balke, is gelieerd aan het International Reformed Theological Institute (IRTI).

Janse promoveerde in 1994 op de theoloog Albert Hardenberg, een leerling van de 16e-eeuwse Straatsburgse reformator Martin Bucer.