„Er is toekomst voor de kerk in Oezbekistan”
GORINCHEM - „Als ik kijk naar het geloof van ouderen en jongeren in Oezbekistan, gaat de christelijke kerk er een grote toekomst tegemoet”, meent Felix Khmelkovsky. Met deze woorden doet hij overigens niets af aan eerdere beweringen dat de situatie van christenen in Centraal-Azië op dit moment verergert.
Beide beweringen hadden een plaats in de toespraak die hij zaterdag hield tijdens de jaarlijkse ontmoetingsdag van Stichting De Ondergrondse kerk (SDOK) in de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem. De aan Voice of the Martyrs verbonden Rus vertelde zowel over het lijden van christenen als over hun standvastigheid. Het lijden geeft de situatie van nu aan, de standvastigheid geeft hoop voor de toekomst.Hij vertelt over de voorganger Kripunov in Oezbekistan, die van het ene op het andere moment te horen kreeg dat hij binnen 24 uur het land moest verlaten. Kripunov kon niet eens afscheid nemen van zijn gemeente. Khmelkovsky kon in het geheim foto’s maken toen hij wegging en die liet hij zien. „Als ik zijn ogen zie, begrijp ik wat het betekent om alles kwijt te raken en Jezus te volgen. Hij doet nu werk voor de Heere op een andere plaats. Dit is een groot voorbeeld voor me.”
Een ander is de voorganger Salavat uit Oezbekistan, die een aantal keren opgepakt is door de politie, maar zich door niets laat weerhouden. Hij houdt de laatste tijd met een gering aantal mensen in een onbewoond gebied in de omgeving van het Aralmeer diensten in de open lucht. Als de politie nadert, gaan ze plat op de grond liggen. Khmelkovsky vroeg hem of hij niet bang was. „Ik ben niet bang”, zei Salavat. „Ik heb niets en toch heb ik alles. Ik heb Jezus. Ik heb een eeuwigheid.”
Broeder Shestakov, ook uit Oezbekistan, is veroordeeld tot vier jaar dwangarbeid wegens het voorgaan in diensten. Hij mag geen contact hebben met zijn kinderen en zijn vrouw mag hem maar heel af en toe bezoeken. Khmelkovsky kreeg vorige week een sms’je van zijn vrouw toen zij in een lange rij voor de gevangenis stond. Toen werd ze niet toegelaten. Waarschijnlijk heeft ze haar man zondag ontmoet.
Zijn dochter Vera van zes is wel bang voor muizen, maar niet voor het lot van haar vader, omdat ze voor hem bidt. Ze bidt vaak voor haar vader in diens auto, omdat die naar hem ruikt. „Ik zou willen dat ik zo’n geloof had”, zei Khmelkovsky.
De Rus smokkelt Bijbels naar Oezbekistan en andere landen in Centraal-Azië. „We moeten Bijbels blijven brengen, ook al worden er vele door de douane of de politie afgepakt. Wie weet wat God doet met de overgebleven Bijbels.”
Een van de workshops werd geleid door Harriët Cornelius, die achttien jaar in Turkije gewoond heeft en er kinderkampen leidt. Ze zegt dat er na de moord op drie christenen in april van dit jaar in Turkije wel het een en ander veranderd is. „Christenen in Turkije geloven dat de moord niet voor niets geweest is. Ze geloven dat God een bedoeling heeft met Turkije. Diverse voorgangers hebben het Evangelie op de televisie en in de pers kunnen uitleggen. Het getuigenis van twee weduwen van vermoorde christenen heeft indruk gemaakt.”
Ze ziet niets in het verbieden van de Koran. „Veel jongelui zijn geestelijk op zoek. Laat hen de Koran maar doorlezen en tot de conclusie komen dat ze in zo’n God niet willen geloven, wat ook metterdaad gebeurt. Na de Koran zijn velen de Bijbel gaan bestuderen.”
Tim Peters van Helping Hands Korea vertelt over hulp aan Noord-Koreanen die hun land ontvluchten. Vluchtelingen kunnen niet in China blijven, omdat de politie hen oppakt en weer terugstuurt. Ze trekken daarom soms in het geheim dwars door het grote land om in vrijheid te kunnen leven. Zes weken geleden is een leider van een vluchtelingenorganisatie, Sanyoen, tijdens zo’n vlucht in de buurt van de Chinees-Mongoolse grens opgepakt. Peters hoopt dat er actie komt voor hem, zodat hij niet naar Noord-Korea hoeft. Ook hoopt hij op actie om China, in verband met de Olympische Spelen in 2008, te bewegen geen mensen meer naar Noord-Korea terug te sturen, waar ze gevangen gezet zullen worden.