Vermeend ziet niets in onderzoek zondagswerk
Minister Vermeend van Sociale Zaken voelt er niets voor om een extra onderzoek te doen naar de praktijk van zondagsarbeid. SGP-kamerlid Van der Staaij vroeg hem daar woensdag om. Hij wil weten hoe vaak en waarom ondernemers die op zondag hun personeel laten werken, zich beroepen op het begrip ”bedrijfsomstandigheden”.
Het begrip bedrijfsomstandigheden is in 1996 in de Arbeidstijdenwet opgenomen. Het houdt in dat een werkgever van zijn personeel mag vragen op zondag te werken „als de bedrijfsomstandigheden dat noodzakelijk maken.” Het begrip bedrijfsomstandigheden is zeer rekbaar. Het kan voor een fietsenfabriek een eenmalige order uit China zijn, maar het risico bestaat dat op grond van bedrijfsomstandigheden structureel op zondag gewerkt wordt. Vóór 1996 kon een werkgever zijn personeel alleen vragen op zondag te werken als dat uit de aard van de arbeid voortvloeide (ziekenhuizen, agrarische sector).
Woensdag besprak de Tweede Kamer met Vermeend een evaluatie van de Arbeidstijdenwet. Van der Staaij greep die gelegenheid aan om een onderzoek te vragen naar de toepassing van het begrip bedrijfsomstandigheden in de praktijk. „Kan de minister niet eens in kaart brengen in welke gevallen ondernemers zich nu beroepen op bedrijfsomstandigheden? Pas als we dat weten kunnen we een oordeel vellen over de vraag of het begrip misschien te ruim wordt toegepast.”
Vermeend voelt er helemaal niets voor. „Dat zou een grootschalig, tijdrovend onderzoek worden. Dat heeft op mijn ministerie geen prioriteit.”
Hele maatschappij
Twee maanden geleden heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Bussemaker/Van Dijke aangenomen. Dat geeft individuele werknemers het recht om, ongeacht hun drijfveren, zondagswerk op grond van bedrijfsomstandigheden te weigeren. De SGP wil echter nog een stap verder gaan en niet alleen elke werknemer een weigeringsrecht geven, maar ook zondagswerk in de hele maatschappij terugdringen.
Van der Staaij heeft daartoe twee maanden geleden al geprobeerd tot een ingeperkte definitie van het begrip bedrijfsomstandigheden te komen. Daarvoor bestond in de Kamer geen politieke meerderheid. Woensdag bleek dat het kabinet er zelfs niet voor voelt een onderzoek te doen naar de toepassing van het begrip bedrijfsomstandigheden in de praktijk.