Opinie

Fiscale prikkels beperkt inzetten

De plannen van het kabinet zijn gepresenteerd. Fiscale prikkels moeten het gedrag van burgers veranderen. Dr. J. Doornebal stelt dat die aanpak maar ten dele werkt.

21 September 2007 10:12Gewijzigd op 14 November 2020 05:07
„De primaire functie van belastingheffing is het bijeenbrengen van middelen voor overheidstaken.” Foto ANP
„De primaire functie van belastingheffing is het bijeenbrengen van middelen voor overheidstaken.” Foto ANP

De voorstellen op fiscaal gebied die tijdens Prinsjesdag zijn gepresenteerd, bevatten veel maatregelen die erop zijn gericht om het gedrag van burgers en bedrijven met betrekking tot de omgang met het milieu, de deelname aan het arbeidsproces en de wijze van vervoer te veranderen. De vraag rijst in hoeverre deze maatregelen het gewenste effect zullen hebben.Uit ervaringen in het verleden blijkt dat men geen al te hooggespannen verwachtingen moet hebben van het gebruik van fiscale instrumenten om gewenste gedragsveranderingen te bewerkstelligen. Zo werd in de tweede helft van de jaren negentig door de toenmalige staatssecretaris Vermeend in hoog tempo een reeks fiscale stimuleringsmaatregelen in de wet opgenomen, maar een groot deel van deze maatregelen is inmiddels wegens onvoldoende effectiviteit weer ongedaan gemaakt. Dit neemt echter niet weg dat er ook fiscale maatregelen zijn die wel een bijdrage aan het beoogde doel kunnen leveren.

Luxe
Veel fiscale maatregelen die zijn gericht op gedragsbeïnvloeding hebben tot gevolg dat de prijzen van goederen en diensten veranderen. Voor de effectiviteit van dergelijke maatregelen is daarom van groot belang hoe sterk de afzet van goederen en diensten reageert op prijsveranderingen. Hoe gevoeliger de afzet van goederen of diensten is voor prijsveranderingen, hoe effectiever deze afzet kan worden beïnvloed door prijsverhogingen of -verlagingen als gevolg van fiscale maatregelen. Het lijkt dan ook aannemelijk dat de afzet van luxegoederen gemakkelijker kan worden beïnvloed door fiscale prikkels dan de afzet van eerste levensbehoeften.

Uit de geraamde budgettaire gevolgen kan worden afgeleid hoe de bewindslieden van Financiën zelf de effectiviteit van de voorgestelde maatregelen inschatten. Als een lastenverlaging wordt voorgesteld om gewenst gedrag te stimuleren en als gevolg hiervan de belastingopbrengst daalt, wordt het beoogde doel kennelijk niet (geheel) bereikt. En als een lastenverhoging wordt voorgesteld om ongewenst gedrag af te remmen en als gevolg daarvan de belastingopbrengst stijgt, wordt het beoogde doel kennelijk evenmin (geheel) bereikt.

Een voorbeeld van dit laatste is de voorgestelde verhoging van de drank- en tabaksaccijnzen die mede is bedoeld om drinken en roken af te remmen. De opbrengst van deze maatregel wordt in 2008 geschat op 100 miljoen euro en in 2009, 2010 en 2011 op 300 miljoen euro per jaar.

Vervuiling
In dit verband verdient ook aandacht dat de primaire functie van de belastingheffing is het bijeenbrengen van financiële middelen voor het uitvoeren van overheidstaken. Het is van groot belang dat de wijze waarop deze lasten over burgers en bedrijven worden verdeeld door deze burgers en bedrijven als rechtvaardig wordt ervaren.

Naarmate de belastingwetgeving meer ’vervuild’ raakt met allerlei maatregelen die als doel hebben gewenst gedrag te stimuleren of ongewenst gedrag af te remmen, wordt steeds onduidelijker of de belastingheffing tot een rechtvaardige verdeling van lasten leidt. Dit kan leiden tot afname van de maatschappelijke acceptatie van de belastingwetgeving, met alle gevolgen van dien. Niet het minst om deze reden lijkt mij een terughoudend gebruik van de belastingwetgeving als instrument om gedragsveranderingen te bewerkstelligen op zijn plaats.

De auteur is verbonden aan het Bureau Vaktechniek van Ernst & Young Belastingadviseurs te Rotterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer