Klappen in een cafetaria
AMSTERDAM - Zelf beweert vastgoedhandelaar John Wijsmuller stellig dat hij nooit is afgeperst; noch door Holleeder, noch door diens Turkse medeverdachten. Justitie twijfelt aan zijn beweringen.
„Ik ben níet afgeperst!”, roept John Wijsmuller tijdens het urenlange getuigenverhoor, donderdag bij de rechtbank in Amsterdam.„U maakt op mij geen betrouwbare indruk”, stelt aanklager mr. J. Plooy.
„De suggestieve vragen en de strikvragen van het openbaar ministerie beginnen me te irriteren. Ik pas daarvoor!” roept een getergde Wijsmuller.
Zoveel werd donderdag duidelijk: Justitie heeft grote argwaan bij de bewering van de zakenman dat hij nimmer onder druk is gezet door bijvoorbeeld de Turk Senol T. om met geld over de brug te komen.
Waarom gaf Wijsmuller een BV met daarin aandelen voor een Franse villa in beheer bij de Turk Ozan T., die hij nauwelijks kende? Niks aan de hand, antwoordde de zakenman. Hij wilde de aandelen slechts veilig stellen in verband met een conflict met een zakenpartner. Ozan T. was een kennis van Senol T. en die kende hij al jaren en kon hij vertrouwen.
Waarom leende Wijsmuller tienduizenden euro’s aan Senol T., bedoeld om diens wasserij een facelift te geven, zonder duidelijke zekerheid voor terugbetaling te eisen? Heel simpel, beweerde Wijsmuller. Senol T. is al jaren een goede vriend en die wilde hij graag helpen bij de uitbreiding van diens bedrijf.
Justitie vermoedt dat Wijsmuller niet het achterste van zijn tong laat zien, mogelijk uit angst voor represailles. Aanklager Saskia de Vries citeerde donderdag een vastgoedexpert die op verzoek van het openbaar ministerie de financiële handel en wandel van Wijsmuller onder de loep nam. De conclusies van de wetenschapper liegen er niet om: Wijsmuller handelde opvallend onprofessioneel en onzakelijk.
Ook hier ging de vastgoedhandelaar tegenin. „Dit is de mening van een hooggeleerde professor die geen enkel verstand heeft van de vastgoedsector. Het is puur theoretische kennis. U begrijpt niet wat er speelt in de vastgoedwereld.”
Tijdens de zitting werden afgeluisterde telefoongesprekken tussen Senol T. en Wijsmuller uit 1998 afgespeeld. Daaruit blijkt volgens het OM dat Senol T. eisend en intimiderend overkomt. De Turk eist bijvoorbeeld dat Wijsmuller op stel en sprong beschikbaar is voor een bespreking. Dat mag niet op Wijsmullers kantoor, maar moet geschieden in een restaurant. Intimidatie? Welnee, bezwoer Wijsmuller. „Misschien was de kantoorruimte wat krap bemeten. Die felle toon van Senol T. heeft te maken met Turks temperament. Voor mij niks bijzonders.”
Wijsmuller zou in een cafetaria onder handen zijn genomen door zijn vermeende kwelgeest Senol T., een krachtpatser met een gewelddadige reputatie. In een afgeluisterd telefoongesprek blikken Senol T. en Hans Nijman, een beruchte vechtsporter, terug op de confrontatie in het eethuisje. „Ik heb hem een paar klappen gegeven”, vertelt Senol T. „Van de klap op zijn gezicht had hij rooie wangen. En ik gaf hem nog een korte stoot op zijn borst. Ik wou hem kapotslaan.”
Waarop Nijman zijn gesprekspartner tempert: „Je moet de kip met de gouden eieren niet wegdoen.”
Wijsmuller ontkent het hardhandige treffen met Senol T. „Ik heb nooit klappen van hem gehad. Ik heb nooit het idee gehad dat hij op mijn geld uit was.”
Dat Wijsmuller en Senol T. op goede voet stonden, wil er bij de aanklagers niet in. Zo laat Senol T. zich in een telefoongesprek met Nijman in zeer grove bewoordingen uit over John Wijsmuller, nadat T. de zakenman niet te pakken kon krijgen.
In telefoongesprekken gebruiken mensen als Senol T. geen concrete namen, maar allerlei bijnamen, zoals de grijze, de kale of de dokter. Ook waarschuwen ze frequent bepaalde details niet via de telefoon te bespreken. Hadden ze soms iets te verbergen? „Dat taalgebruik is er heden ten dage nog steeds in de wereld van onroerend goed. Het is heel gebruikelijk”, beantwoordt Wijsmuller de vraag van Plooy.
Senol T.’s advocaat Ronald van der Horst stelde donderdagavond dat het verhoor van Wijsmuller aantoont dat er van afpersing geen sprake is. „John Wijsmuller haalde Senol T. juist binnen om wat spierballen te kunnen vertonen in lastige situaties.”
Niet alleen de aanklagers, ook de rechters lieten blijken twijfels te hebben bij het waarheidsgehalte van het verhaal van Wijsmuller. Meermalen werd de getuige op het feit gewezen dat hij onder ede stond; bijvoorbeeld toen de zakenman ontkende ooit gezien te hebben dat Senol T. een wapen droeg. Zelf heeft T. verklaard altijd een wapen bij zich te hebben. Als een getuige aantoonbaar liegt, kan hij worden veroordeeld voor meineed.