Monniken protesteren opnieuw tegen Birmaanse junta
RANGOON (AP) - Minstens 1.400 boeddhistische monniken hebben dinsdag in twee Birmaanse steden geprotesteerd tegen de militaire junta. In tegenstelling tot bij eerdere betogingen grepen de autoriteiten niet in. Het protest vond plaats op de 19de verjaardag van de coup waarmee de junta in 1988 de macht greep. In zeker dertien steden buiten Birma werd bij Chinese ambassades en consulaten tegen de steun van Beijing voor de junta gedemonstreerd.
De protesten in Birma zelf vonden plaats in de hoofdstad Rangoon en de stad Bago, ongeveer tachtig kilometer van Rangoon. In de hoofdstad demonstreerden zo’n vierhonderd monniken, in Bago ongeveer duizend. Beide demonstraties kregen applaus van omstanders. De monniken werden ongemoeid gelaten. In Rangoon werden enkele journalisten hun videocamera’s afgenomen, zeiden ooggetuigen.Twee weken geleden werden honderden monniken geslagen toen zij in de stad Pakokku een vreedzaam protest hielden tegen de drastisch gestegen prijzen van brandstof en consumptieartikelen. Het protest van dinsdag werd mede gehouden om alsnog een verontschuldiging van de autoriteiten af te dwingen voor die repressie.
Sinds de Britse koloniale tijd staan boeddhistische monniken bij protesten in de frontlinie. Omdat ze respect genieten bij het publiek is het politiek riskant hen hard aan te pakken. Nadat dit op 6 september bij de demonstratie in Pakokku toch was gebeurd, gijzelden boze jonge monniken een groep overheidsfunctionarissen, staken ze auto’s in brand en sloegen ze enkele huizen van junta-aanhangers kort en klein.
In het Nieuw-Zeelandse Auckland demonstreerden ongeveer 35 leden van de Birmaanse gemeenschap twee uur bij het Chinese consulaat. In de Indiase hoofdstad New Delhi hieven ongeveer honderd Birmanen voor de Chinese ambassade het Birmaanse volkslied aan. China investeert hevig in Birmaanse olie- en gasprojecten.